‘Medewerkers moeten leren nietsdoen. Ze houden het leven van hun cliënten veel te strak in de hand. Vrijwel iedereen schrijft en spreekt wel over regie over eigen leven, gelukkig, maar in verzorgingstehuizen zie ik die visie niet terug.
Wat ik wel zie is een medewerker die met heel veel goede bedoelingen mevrouw Jansen meeneemt naar de bingo en naar concerten. Maar mevrouw Jansen houdt helemaal niet van al die drukte. Ze zit liever op haar kamer. Een cd met klassieke muziek te luisteren. Dat weet die medewerker niet omdat hij te druk is met dingen doen. Het is geen onwil, hij vindt het gewoon heel moeilijk om de regie uit handen te geven. Want mevrouw Jansen mag niet vereenzamen.
Veel medewerkers willen wel, ze weten alleen niet hoe. Begrijpelijk. In de missie van hun werkgever lezen ze dat de cliënt de regie over eigen leven moet hebben, maar dat is een heel abstracte formulering. Terwijl steeds meer hulpverleners een laag opleidingsniveau hebben en moeite hebben met abstract denken. Om het concreet te houden beginnen wij elke training met een vraag als: “Wat moet een zorgverlener voor jou doen als je 86 bent?” Meteen daarna komt: “En wat doe jij zelf?” Zo help je ze na te denken over de juiste aanpak.’
Herhalen
‘Ik constateer wat ik APK noem. De A staat voor het aanvangsniveau van hulpverleners, dat ligt steeds lager. De P staat voor problemen, die zijn steeds complexer. De K staat voor klanten, die zijn steeds kritischer. Een training moet daarom heel praktisch zijn. Praktijkgericht kenmerkt onze aanpak. Kijk, de training kan heel goed verlopen, de kennis vertalen naar de werkvloer blijft altijd moeilijk. Maar gebeurt het niet, is een training zinloos. Omdat onze trainingen praktijkgericht zijn doen de deelnemers er meestal iets goeds mee.
Ook speciaal in ons aanbod zijn de trainingen binnen de muren van de organisatie. Wil je dat er op de werkvloer iets verandert, moet je eigenlijk op de werkvloer coachen. Dan kun je gelijk bijsturen. Daarom bieden wij een groot aantal trainingen, allemaal maatwerk, waarbij we meelopen met hulpverleners. Daarnaast hameren we op het herhalen. Één training is niet voldoende, dan zakt de opgedane kennis na een jaar weg. Je moet hulpverleners vier of vijf keer trainen. Dat kost meer geld, klopt, maar het is de beste manier om te zorgen dat de cliënt inderdaad zijn eigen leven kan leiden.’
Geduld
‘Wat ik in het begin zei, dat medewerkers moeten leren nietsdoen, komt mede omdat kleinschalig wonen steeds populairder wordt. Een goede ontwikkeling, want daardoor kunnen ouderen zelfstandiger leven. Dat betekent wel dat die medewerker niet vast moet blijven houden aan het ritme van de klok. Niet per se om vier uur wassen en om zes uur koken, maar af en toe eens spontaan koffie komen drinken, om een gezellig babbeltje te maken. Dat geduld, dat leer je niet op een opleiding. Wij hebben voor dat probleem een speciaal project opgezet, het Simulatieproject Kleinschalig wonen, waar we deze maand een pilot mee gaan draaien.
Waar we ook op inspelen is het fixeren. Gelukkig dringt nu langzaam door dat het vastbinden van agressieve mensen geen oplossing is. Het is onmacht. Wij werken aan een programma waarin we deelnemers leren te zorgen dat cliënten zich prettig voelen. Denk aan het opnieuw inrichten van de omgeving, de opstelling van tafels, kleurgebruik. Beter luisteren, betere vragen stellen. Dat programma vinden we heel belangrijk want fixatie is verschrikkelijk. En het kan echt anders.’
Trainingen in beleid
‘Met de wil om trainingen te volgen zit het in Nederland wel goed. Wij hebben elk jaar in totaal zo’n duizend deelnemers, uit allerlei lagen, van 18 tot 60 jaar, van tientallen zorgaanbieders. Er zit helaas zelden een plan achter. Zorgaanbieders hebben het geld wel maar ze investeren in de verkeerde dingen, zoals al die keurmerken. Daar rolt dan wel een fraaie missie uit, met de focus op regie over eigen leven. Alleen de praktijk volgt de theorie niet. Neem trainingen daarom op in het beleid. Anders blijft regie over eigen leven alleen op papier bestaan.’
Over Paul Sonnenschein en Cerein
Paul Sonnenschein begon in de psychiatrie en werkte bij kenniscentrum Calibris. ‘Daar kon ik trainen maar niet op mijn manier. Daarom besloot ik voor mezelf te beginnen. Ik ben vooral gek op het beste uit mensen halen. In zorg en welzijn is dat extra belangrijk, want je hebt met kwetsbare cliënten te maken.’ Hij richtte in 1997 Cerein op.
Cerein richt zich op de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg. Het bedrijf heeft zijn kantoor in Maarn, in De Twee Marken. Daar vinden ook trainingen plaats, maar de meeste trainingen geeft Cerein bij de zorgorganisatie zelf.
Dit artikel staat in de opleidingenspecial van mei 2009