Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

5 tips voor goede feedback

‘Onze aanspreekcultuur is niet ok’, verzucht de manager met wie ik op een congres toevallig een broodje sta te eten. Een statafelgenoot springt er op in: ‘bij ons in de teams is feedback geven hét probleem. Mensen zeggen elkaar niet waar het op staat!’

De vorige keer blogde Yvette over ruimte voor professionals >>
Vroeger zou ik voorgesteld hebben om eens langs te komen voor een feedbacktraining. Inmiddels weet ik dat training vaak niet helpt. Teams die ik de afgelopen jaren toch trainde meldden me meestal bij aanvang al dat ze inmiddels een beetje moe werden van al die goedbedoelde trainingen. De meeste mensen kennen de feedbackregels, en weten best hoe het moet. Dáár ligt het dus niet aan, dat collega’s elkaar geen feedback geven.

Uit nood begon ik in mijn feedbacktrainingen de deelnemers te vragen wanneer ze eigenlijk feedback wilden geven. Dat leverde een paar vaak voorkomende situaties op. En prima oplossingen. De belangrijkste: 

1. Maak het niet te ingewikkeld

Het is lastig als de onvrede is opgelopen, als de feedback pas komt als de druppel de emmer doet overlopen. Maar als je regelmatig vraagt aan je cliënt of je het goede doet, dan is het helemaal niet lastig. Het is juist fijn: zo kan je je zorg nog beter maken. Eenvoudige vragen, ín het handelen, het is zo gebeurd en iedereen kan het: ‘Was dit gesprek voor u prettig? Als ik u zo optil, hebt u dan minder pijn? Hoe was deze oefening? Hoe vindt u het eten vandaag?’.

2. Ga het gesprek aan

 Ik was een keer in een team met een uitbundige collega. Zij riep al van verre gedag naar de bewoners, sprak ze aan met ‘Ha ome Joop!’ en ‘Hé Jannie!”, liet haar lach schallen door het trappenhuis en sloeg collega’s denderend op de schouder. Maar de organisatie had een protocol over aanraken, en ook één over bejegening. Cliënten moesten met mevrouw/meneer worden aangesproken. En je moest je gedragen als gast in het huis van de cliënt. Maar ‘ome Joop’ ging al lachen als hij deze medewerker in de verte hoorde aankomen. In zijn boksschool vroeger was hij immers ook voor iedereen ome Joop.  Wat is dan het goede doen? Hier is feedback niet het antwoord, maar dialoog. Met cliënten, met elkaar, en met de beleidsadviseur die bedacht dat een cliënt een mevrouw of meneer moet zijn.

3. Geniet van anders-zijn

Iedereen heeft een gebruiksaanwijzing. En het is nou eenmaal zo: de ene gebruiksaanwijzing is de andere niet. Heb je een ingewikkeld mens in je team? Vraag dan naar de gebruiksaanwijzing. En geniet een beetje van het anders-zijn van die ander. Dat helpt namelijk ook.

4. Durf te verbeteren

Soms is er in een team een collega die haar werk écht slecht doet. Het hele team praat er over. Maar vaak niet met de persoon in kwestie. Soms durft iemand er toch iets van te zeggen, maar dringt de boodschap niet door. Hier is feedback niet genoeg. Er is een verbeterplan nodig. Mét concrete einddoelen, afspraken en een einddatum. Het plan met de medewerker kent eigenlijk maar twee mogelijke uitkomsten: verbetering, of einde dienstverband. Dat klinkt hard. En dat is het ook. Maar slechte zorg, dat gaat ten koste van cliënten. En dat laten voortduren is nog veel harder.

5. Ga samen leren

Misschien nog wel het belangrijkste:  feedback is geen doel op zich. Samen in het werk praten over wat goed gaat, en wat niet, dat is samen leren. Daar wordt je als vakmens beter van. En je cliënt ook. Iets niet kunnen of niet weten, daar is niets mis mee. Tenzij je er niets aan doet.

Feedbacktrainingen geef ik inmiddels niet meer. Wel deze tip: ‘een goed team organiseert hoe het leert’.

 

Vroeger zou ik voorgesteld hebben om eens langs te komen voor een feedbacktraining. Inmiddels weet ik dat training vaak niet helpt. Teams die ik de afgelopen jaren toch trainde meldden me meestal bij aanvang al dat ze inmiddels een beetje moe werden van al die goedbedoelde trainingen. De meeste mensen kennen de feedbackregels, en weten best hoe het moet. Dáár ligt het dus niet aan, dat collega’s elkaar geen feedback geven.

Uit nood begon ik in mijn feedbacktrainingen de deelnemers te vragen wanneer ze eigenlijk feedback wilden geven. Dat leverde een paar vaak voorkomende situaties op. En prima oplossingen. De belangrijkste: 

1.            Maak het niet te ingewikkeld

Het is lastig als de onvrede is opgelopen, als de feedback pas komt als de druppel de emmer doet overlopen. Maar als je regelmatig vraagt aan je cliënt of je het goede doet, dan is het helemaal niet lastig. Het is juist fijn: zo kan je je zorg nog beter maken. Eenvoudige vragen, ín het handelen, het is zo gebeurd en iedereen kan het: ‘Was dit gesprek voor u prettig? Als ik u zo optil, hebt u dan minder pijn? Hoe was deze oefening? Hoe vindt u het eten vandaag?’.

2.            Ga het gesprek aan

Ik was een keer in een team met een uitbundige collega. Zij riep al van verre gedag naar de bewoners, sprak ze aan met ‘Ha ome Joop!’ en ‘Hé Jannie!”, liet haar lach schallen door het trappenhuis en sloeg collega’s denderend op de schouder. Maar de organisatie had een protocol over aanraken, en ook één over bejegening. Cliënten moesten met mevrouw/meneer worden aangesproken. En je moest je gedragen als gast in het huis van de cliënt. Maar ‘ome Joop’ ging al lachen als hij deze medewerker in de verte hoorde aankomen. In zijn boksschool vroeger was hij immers ook voor iedereen ome Joop.  Wat is dan het goede doen? Hier is feedback niet het antwoord, maar dialoog. Met cliënten, met elkaar, en met de beleidsadviseur die bedacht dat een cliënt een mevrouw of meneer moet zijn.

3.            Geniet van anders-zijn

Iedereen heeft een gebruiksaanwijzing. En het is nou eenmaal zo: de ene gebruiksaanwijzing is de andere niet. Heb je een ingewikkeld mens in je team? Vraag dan naar de gebruiksaanwijzing. En geniet een beetje van het anders-zijn van die ander. Dat helpt namelijk ook.

4.            Durf te verbeteren

Soms is er in een team een collega die haar werk écht slecht doet. Het hele team praat er over. Maar vaak niet met de persoon in kwestie. Soms durft iemand er toch iets van te zeggen, maar dringt de boodschap niet door. Hier is feedback niet genoeg. Er is een verbeterplan nodig. Mét concrete einddoelen, afspraken en een einddatum. Het plan met de medewerker kent eigenlijk maar twee mogelijke uitkomsten: verbetering, of einde dienstverband. Dat klinkt hard. En dat is het ook. Maar slechte zorg, dat gaat ten koste van cliënten. En dat laten voortduren is nog veel harder.

5.            Ga samen leren

Misschien nog wel het belangrijkste:  feedback is geen doel op zich. Samen in het werk praten over wat goed gaat, en wat niet, dat is samen leren. Daar wordt je als vakmens beter van. En je cliënt ook. Iets niet kunnen of niet weten, daar is niets mis mee. Tenzij je er niets aan doet.

Feedbacktrainingen geef ik inmiddels niet meer. Wel deze tip: ‘een goed team organiseert hoe het leert’

Vorig artikelVerdwalen in de zorg
Volgend artikel6 eigenschappen om schuldsanering te overleven
Yvette Paludanus denkt mee in zorg en welzijn, als veranderkundig adviseur, trainer en coach. Ze richt zich op anders veranderen en nieuw organiseren, vanuit een visie op zorg en organiseren verwant met presentie, menslievende zorg, zelfsturing, eigen regie en Rijnlands organiseren. Ze kent de zorg ook van een andere kant: als moeder van een ernstig meervoudig beperkte dochter.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.