Door Dominique Elshout – Het is leren, ervaring opdoen, kijken wat werkt en wat niet. Voor het eerst in 2007 hebben gemeenten hulp bij het huishouden aanbesteed binnen de kaders van de Wmo. Tot die tijd werd de hulp in huis geregeld via de AWBZ. Eindhoven koos direct voor het zogeheten Zeeuws model: zo veel mogelijk zorgaanbieders selecteren die goede zorg verlenen, zodat de cliënt iets te kiezen heeft. Bovendien werd er één tarief vastgesteld voor de twee vormen van hulp bij het huishouden: € 19,50 per uur.
Er is sinds de gemeenten de Wmo uitvoeren veel veranderd, schetst Iris Jansen, accountmanager huishoudelijke zorg van thuiszorginstelling Zuidzorg. Voor enig begrip van de omwenteling in 2007 is introductie nodig van de termen HV1 en HV2. In een beleidsstuk van de gemeente worden ze als volgt omschreven: HV1 behelst schoonmaken, wassen en strijken, het verzorgen van planten en dieren, boodschappen doen, maaltijdverzorging, zorg voor planten en dieren. HV2 omvat daar bovenop organisatie van het huishouden, opvang en/of verzorging van huisgenoten. HV2 gaat dus een stap verder.
Noodklok
Vroeger bestond twintig procent van de huishoudelijke hulp uit HV1, de rest was HV2. In de loop van vorig jaar heeft HV1 meer inhoud gekregen en mag een cliënt die deze vorm van hulp krijgt aangeboden, deze niet weigeren. ‘Daardoor zijn in 2007 de percentages precies andersom komen te liggen: tachtig procent HV1 en twintig procent HV2. HV1 kan normaal gesproken tegen een lager tarief aangeboden worden dan HV2.’
‘HV1 wordt vaak verzorgd door alfahulpen, die niet in vaste dienst zijn van een organisatie en dus goedkoper. Door de onvoorziene omkering van de percentages zijn de tarieven die veel gemeenten hanteren te laag geworden. Veel thuiszorgorganisaties zijn hiertegen in het geweer gekomen en hebben de noodklok geluid. Er moest iets gebeuren aan het tarief’, legt Iris Jansen van Zuidzorg uit.
In Eindhoven waren deze problemen gering: Eindhoven hanteerde immers al één tarief voor zowel HV1 als HV2. Maar ook het nieuwe Eindhovense tarief wordt hoger dan de huidige € 19,50. ‘Het tarief is nu aan de onderkant’, erkent wethouder Hans Martin Don van Eindhoven. ‘Het zal omhoog gaan. We zitten momenteel middenin de aanbesteding, dus over de uiteindelijke hoogte kan ik niets zeggen.’
Door het hogere tarief kunnen thuiszorginstellingen goede arbeidsvoorwaarden bieden. Zo hoopt de gemeente Eindhoven bij te dragen aan het oplossen van het werkgelegenheidsprobleem in de thuiszorg. De aanpassing van de tarieven is ingebed in een ruimere verandering bij de aanbesteding van huishoudelijke hulp in Eindhoven. In 2009 vervalt het onderscheid tussen HV1 en HV2. En de dienstverlening in natura mag niet met alfahulpen geleverd worden.
Cliënten en alfahulpen die tevreden zijn met de alfahulpconstructie kunnen op dezelfde voet doorgaan: maar dat valt dan buiten de aanbesteding. De gemeente ontwikkelt hiervoor een aparte constructie. De nieuwe opzet voor de Eindhovense aanbesteding is tot stand gekomen in overleg met de betrokken zorginstellingen die er positief tegenover staan. De aanbesteding wordt eind juli gepubliceerd, voor de hulp bij het huishouden vanaf 1 januari 2009.
Valkuilen
‘Ik hou mijn hart vast’, zegt bestuurslid Trudy van Helmond van het Platform Gehandicapten Eindhoven, een bundeling van belangenorganisaties. Ze hamert op mogelijke valkuilen. ‘Ik hoop dat ook de hulpverleners aan hun trekken komen. Het is een nobel streven om de alfahulpen voortaan in vaste dienst te nemen, maar hoe gaan we deze mensen scholen zodat ze allemaal gelijkwaardige, kwalitatief goede hulp kunnen verlenen?’
‘De gemeente geeft een budget, maar wat gaan de zorginstellingen daarmee doen? Gaan ze zorgen voor de juiste bijscholing, status en mogelijkheden tot groei van vroegere alfahulpen? En hoe gaan we de kwaliteit van het werk meten? Komt de keuzevrijheid van de cliënten niet in het geding? Laten we cliënten een prominente rol spelen bij het kiezen van de hulpverleners die ze krijgen?’ Kritische kanttekeningen van Van Helmond, die er wel iets aan toevoegt: ‘Het is een goed plan maar we moeten blijven opletten, alert blijven op de uitvoering.’
Datzelfde betoogt Renske Mol, beleidsmedewerker Wmo bij belangenvereniging Zorgbelang. ‘Ik heb een positief beeld bij het Eindhovens model. Er wordt onderhandeld op kwaliteit, dat is goed. Als alle wijzigingen voor de cliënt maar niet te veel gevolgen hebben. Die vindt kleine dingen belangrijk, dat de hulp op tijd komt, begrip heeft, de taal spreekt. Ik meen serieus dat we dat te vaak vergeten. En ik vraag me af hoe het zit met de indicatiestelling in Eindhoven. Die is nu te vaak een doel op zich.’
Huisartsen
De indicatie van de huishoudelijke hulp gaat in Eindhoven op de schop, licht wethouder Hans Martin Don toe. ‘Nu geeft het CIZ nog aan welke hulp nodig is, dat gaan we zelf doen. Er loopt nu een pilot om te kijken of we daar huisartsen voor kunnen gebruiken. Indicatie kan ook via de gezondheidscentra en het Wmo-loket. We stappen af van het objectiveren van het probleem van een cliënt. We proberen meer zorg op maat te geven. We zetten niet zozeer in op diploma’s van de hulpverleners, maar op competenties’, zegt Don.
Dat is een van de punten die Iris Jansen namens zorgverlener Zuidzorg aankaartte bij het overleg tussen gemeente en zorginstellingen over het nieuwe model. ‘De gemeente heeft goed geluisterd. Ik ben heel enthousiast over hoe de gemeente en Hans Martin Don dit aanpakken. Ze stellen hun plannen ter discussie.’