In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum deed de Universiteit Utrecht onderzoek naar middelengebruik in justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s). Het betreft een zelfrapportageonderzoek onder 155 jongens in tien JJI’s. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen gebruik binnen de JJI en tijdens verlof: buitenhuis en thuis.
Onderrapportage
Ruim een derde van de jongens uit de onderzoeksgroep gebruikt alcohol; zo’n 26 procent ook in de JJI. Van de jongens zegt 65 procent cannabis te gebruiken, zowel in als buiten de inrichting. Hirsch Ballin vindt dat ernstig en wil stevige maatregelen. ‘De uitkomsten verbazen mij eerlijk gezegd niet’, zegt Clary van der Veen, wetenschappelijk medewerker programma Psychische gezondheid Jeugd bij het Trimbos-instituut. ‘Waarschijnlijk is er zelfs sprake van onderrapportage. Omdat jongeren weten dat ze in een JJI niet mogen gebruiken, zullen ze er niet erg openhartig over zijn.’
Cannabis
Zelf deed Van der Veen in 2007 en 2008 onderzoek op de locatie Overberg van JJI De Heuvelrug. Aanvankelijk vulden 23 jongens een vragenlijst in. Daarvan zei 26 procent alcohol, 39 procent cannabis en 13 procent harddrugs te gebruiken. ‘We zijn toen gestart met de methodiek Open en Alert. Die is erop gericht om probleemgebruik in een JJI te voorkomen, signaleren en begeleiden. Het middelengebruik is open met de jongens besproken. Omdat daar ruimte voor kwam, werden ze er ook eerlijker over. Toen we er opnieuw naar vroegen, waren de cijfers zodoende hoger: 40 procent gebruikte alcohol, 56 procent cannabis en 20 procent harddrugs.’
Drugshonden
Hirsch Ballin noemt in een brief aan de Tweede Kamer maatregelen als speekselanalyses, blaas- en urinetests en de inzet van drugshonden. ‘Die middelen gebruiken JJI’s al’, weet Van der Veen. ‘Uiteraard moet een JJI ervoor zorgen dat alcohol en drugs op het terrein niet verkrijgbaar zijn. Maar als we het alleen van controles moeten hebben, dan hadden we de effecten allang moeten zien. Die maatregelen worden immers al jarenlang toegepast. Kijk je naar de cijfers, dan is heel duidelijk dat alleen straffen geen verbetering oplevert. Het gebruik is hoog en vermindert niet.’
Dag en nacht
Van der Veen is blij dat de minister nu ook preventie en behandeling noemt als maatregelen. ‘Ik zou graag wat meer nadruk zien op motivering en beloning van gewenst gedrag’, zegt ze. ‘In veel JJI’s bestaat alleen sanctiebeleid en geen hulp. Gevolg is dat het voor de jongens dag en nacht een sport is om te zorgen dat ze niet worden gesnapt. En de groepsleiding is alsmaar bezig om ze te betrappen.’
Verlof
Alleen sanctiebeleid betekent ook dat er niets aan het problematische middelengebruik zelf gebeurt, benadrukt Van der Veen. ‘Je kunt wel tegen zo’n jongen zeggen: “je hebt gebruikt, dus ik trek je verlof in”, maar als alle urinetests positief zijn, dan los je daar ook niets meer mee op. Je kunt niet verwachten dat een jongen die langdurig veel alcohol of middelen gebruikt daar zomaar mee kan stoppen. Het is dus maar de vraag of je alleen met sanctioneren veel oplost.’
Verslavingszorg
De methodiek Open en Alert is gericht op preventie, begeleiding en behandeling. ‘Het is zaak dat jongeren met problematisch gebruik professionele hulp krijgen. Op JJI-locatie Overberg waren uiteindelijk 11 van de 30 jongens in behandeling. Van der Veen: ‘Een JJI moet dus samenwerken met de verslavingszorg.’
Motiverend
De rode draad van de methodiek is openheid. ‘Je moet met jongeren in gesprek. Vragen waarom ze veel gebruiken, hen bewegen om er iets aan te doen en samen kijken hoe’, zegt van der Veen. ‘Het is superbelangrijk dat professionals training krijgen in motiverende gespreksvoering. Ze moeten ook weten hoe drugs eruit zien en welk gedrag het gevolg ervan is. En naast sancties is er echt ook ruimte nodig voor het belonen van goed gedrag.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Ministerie van Justitie/Trimbos-instituut, Foto: ANP/Robin Utrecht