Het aantal daklozen met heen niet-westerse herkomst is in de periode tussen 2009 en 2015 verdubbeld. De groei van het aantal autochtone daklozen was iets minder groot. Geschat wordt dat 31 duizend mensen in Nederland vorig jaar geen vaste woon of verblijfplaats hadden en in de opvang, op straat, in openbare gebouwen of bij familie of vrienden sliepen.
Illegaal
Het CBS gebruikt de cijfers over daklozen die ingeschreven staan bij de Basisregistratie personen, het bijstandsregister of het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem. Het gaat hier niet om mensen die illegaal in Nederland verblijven en dakloos zijn.
Onderschatting
De Federatie Opvang, de brancheorganisatie voor instellingen voor maatschappelijke opvang, beschermd & begeleid wonen en vrouwenopvang, zegt dat het aantal van 31 duizend daklozen in Nederland vrijwel zeker een onderschatting is. Niet alle daklozen staan namelijk ingeschreven in de gemeentelijke registratie.
Verstopt
De brancheorganisatie maakt zich zorgen over de toename van dakloosheid. De opvang zit vol met mensen door het gebrek aan betaalbare woningen en schuldhulp. De opvang raakt zo verstopt: er komen daklozen bij, maar veel te weinig mensen stromen uit naar begeleid of zelfstandig wonen.
In het hele land groeit het aantal nieuwe dak- en thuislozen. Anders dan de ‘traditionele dakloze’ zijn ze makkelijker op de rit te krijgen. De nieuwe dakloze zou daarom niet in de maatschappelijke opvang thuishoren.
Crisis
CBS-hoofddemograaf jan Latten zegt dat het CBS geen onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak, maar dat de toename van het aantal daklozen verband lijkt te houden met de economische crisis. Het aantal daklozen steeg het sterkst in 2009 en 2010, in de eerste jaren van de malaise. ‘Dat geeft aan dat een groep zich voor de crisis op het randje van armoede bevond’, aldus Latten. ‘Het zijn zware tijden geweest. Voor mensen die het anders wel hadden gered, kan de crisis net de spreekwoordelijke druppel zijn geweest.’
Allochtonen
De sterke toename van het aantal daklozen met niet-westerse achtergrond heeft volgens Latten te maken met de armoede onder allochtonen. ‘Als ze werk hebben, zijn het vaak de slechter betaalde banen. Bovendien hebben niet alle immigranten een sociaal netwerk om zich heen. Als ze dan werkloos raken, vangt niemand ze op. De crisis heeft niet-westerse allochtonen sterker geraakt dan autochtonen.’