In een langverwachte positieve ontwikkeling blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat het aantal kinderen in bijstandsgezinnen aanzienlijk afneemt, en wel op het snelste tempo sinds 2008. Na een jarenlange stijging, is het aantal kinderen dat afhankelijk is van bijstand voor het eerst sinds 2012 gedaald tot onder de 200.000.
Het goede nieuws van de daling komt echter niet geheel onverwacht, omdat het totale aantal Nederlanders in de bijstand sinds maart 2021 gestaag aan het afnemen is. Momenteel ontvangen ongeveer 388.000 mensen een bijstandsuitkering, wat vergelijkbaar is met het niveau van begin 2013.
Die groep krijgt netto 1651 euro (gehuwden en samenwonende partners) en 1155 euro (alleenstaanden) per maand aan uitkering, exclusief vakantiegeld en zonder te kijken naar eventuele kinderen.
Een maandelijks tekort van 52 euro
Deze groep komt structureel geld tekort, laat een recent rapport van de door het kabinet ingestelde Commissie Sociaal Minimum zien: een alleenstaande in de bijstand met twee kinderen heeft nog steeds maandelijks een tekort van 52 euro, zelfs na het ontvangen van kinderbijslag en eventuele toeslagen. Voor gezinnen met drie kinderen loopt dit tekort op tot 229 euro per maand, terwijl partners in de bijstand elke maand nog dieper in de rode cijfers duiken, variërend van 220 euro met één kind tot maar liefst 483 euro voor een gezin met drie kinderen.
De verhoging van de bijstandsuitkering was een van de aanbevelingen van de Commissie Sociaal Minimum aan het kabinet. Het is nu de vraag of de voormalige armoedeminister Schouten, na de val van Rutte IV, nog tijdig iets met het rapport kan doen voor Prinsjesdag.
Werkende armoede
De daling van het aantal bijstandskinderen van maar liefst 7 procent ten opzichte van vorig jaar is een goed teken, maar de experts willen wel even wat kwijt. Want hoewel er minder kinderen in bijstandsgezinnen leven, zijn er nog steeds een paar hobbels te overwinnen. Het betekent namelijk niet automatisch dat deze gezinnen nu uit de armoede zijn ontsnapt. Ze kunnen nu terechtkomen in wat vicevoorzitter Kitty Jong van FNV ‘werkende armoede’ noemt.
Zelfstandigen met lage tarieven of mensen die het minimumloon verdienen, kunnen nog steeds met financiële problemen te maken krijgen, waardoor ze in de zogenoemde ‘werkende armoede’ terechtkomen. Deze ‘verborgen armoede’ wordt niet altijd opgemerkt in officiële statistieken, maar heeft nog steeds een ingrijpende impact op het welzijn van deze gezinnen.
Duurzame maatregelen
De huidige krapte op de arbeidsmarkt kan een factor zijn bij de daling van het aantal kinderen in bijstandsgezinnen, maar er moet meer structurele en duurzame maatregelen worden genomen om armoede effectief aan te pakken. Als steunpakketten, zoals die voor de energierekening, tijdelijk zijn, kan dit een aanzienlijke impact hebben op gezinnen die al kwetsbaar zijn. Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwt zelfs voor een toename van het aantal armen als de overheid niet tijdig ingrijpt. De regering moet op Prinsjesdag 6 miljard euro uittrekken om te voorkomen dat de armoede verder om zich heen grijpt, is het advies van de Commissie Sociaal Minimum, op basis van hun eerste onderzoek naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum.
Na de zomer komt de commissie nog met een tweede rapport. Daarin staan aanbevelingen over hoe het sociale zekerheidsstelsel toegankelijker en voorspelbaarder kan worden voor minima.
Verdiepende verhalen over de aanpak van armoede in het sociaal domein:
- Wat kun je als sociaal werker doen om iemand in de bijstand te stimuleren werk te zoeken? Dat lees je hier.
- 5 vragen over de Participatiewet: waarom een herziening van de wet in de maak is.
- Met deze 5 doorbraken willen gemeenten de bestaansonzekerheid indammen.
- Wethouder Esmah Lahlah over armoede-aanpak: ‘Stop met pleisters plakken’.
- Column: Armoede kan ook jou overkomen.