Ouders, scholen en welzijnswerk, hebben te weinig
aandacht voor religie en onderkennen niet of te laat dat jongeren radicaliseren
in hun geloofsopvatting. Uit onderzoek blijkt telkens hoe zeer moslimjongeren
bezig zijn met hun religieuze identiteit en dat ze behoefte hebben aan
ondersteuning daarbij, vindt Ahmed Marcouch. Serieus
probleemDe stadsdeelvoorzitter stelt dat moskeeën en religieuze
organisaties vooral zijn gericht op de eerste generatie. Ze geven geen antwoord
op de vragen van de jongeren. ‘De goed georganiseerde, orthodoxe stromingen doen
dat wel. Dat heeft een keerzijde. Eenmaal gegrepen door de orthodoxie roepen
deze jongeren spanningen op: thuis, op school of op het werk. Ze raken door hun
orthodoxe opvattingen geïsoleerd van hun omgeving. Als ze vervolgens aansluiting
vinden bij radicale groepen die met geweld de samenleving willen veranderen,
hebben wij een serieus probleem.’ Concurrerend
aanbod‘Wij moeten er ook voor zorgen dat we de jongeren een
concurrerend religieus aanbod bieden,’ stelt Marcouch. Tegenover de
pleitbezorgers van orthodoxie en radicalisering wil hij charismatische en
deskundige imams stellen die de theologische discussie naar een hoger niveau
kunnen tillen. ‘Desnoods halen we ze rechtstreeks uit
Marokko.’ RadicaliseringsdeskundigeHet
aanstellen van een radicaliseringsdeskundige is volgens de stadsdeelvoorzitter
nodig omdat Slotervaart geen beleid heeft om radicalisering van moslimjongeren
tegen te gaan. ‘Terwijl het toch in deze wijk leeft: de meeste leden van de
Hofstadgroep komen bijvoorbeeld uit Slotervaart. Binnen het ambtenarenapparaat
bestaat veel kennis over jeugdzorg en veiligheid maar er is te weinig
deskundigheid op het gebied van religie en radicalisering.’ De
radicaliseringsdeskundige moet in die leemte
voorzien. Slappe hapHet welzijnswerk biedt
volgens Marcouch momenteel niet voldoende antwoord. ‘Welzijnswerk is een
containerbegrip, daar vallen programma’s onder die goed en minder goed
functioneren. Voorschool, brede school, ouder-kindcentra en
opvoedingsondersteuning zijn kwalitatief goed. Het sociaal-cultureel werk en
jongerenwerk zijn vaak een slappe hap. Welzijnswerkers durven de confrontatie
niet aan en beperken zich vaak tot pappen en nathouden. Dat moet anders: het
welzijnswerk moet onder de loep, alle activiteiten moeten uitgaan van
empowerment.’ JeugdhonkVoor het jongerenwerk
betekent dit dat iemand die op zijn twaalfde het jongerencentrum binnenloopt,
binnen een jaar zijn weg moet hebben gevonden in het reguliere verenigingsleven,
vindt Marcouch. ‘Het mag niet zo zijn dat iemand op zijn 23ste nog bij het
jeugdcentrum rondhangt. En dat jongeren wanneer het jeugdhonk dicht is, rotzooi
trappen omdat ze zich vervelen.’
Het hele interview is te lezen in
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_in_dit_nummer/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”
target=_blank>Zorg + Welzijn nummer 11, verschijningsdatum 8 november
2006
Wilt u meer weten over oorzaken van radicalisering en mogelijke
interventies? Kom naar het
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_agenda/_newsid/65059/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”
target=_blank>Welzijnsdebat 2006: Radicaal Jong.