Bij het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren in Utrecht melden zich geen meisjes met Turkse of Marokkaanse afkomst. En dat terwijl uit onderzoek blijkt dat seksueel geweld bij meisjes even vaak voorkomt, ongeacht allochtone of autochtone afkomst. ‘Iedere keer als de telefoon ging, was het een Nederlandse achternaam. In het begin dachten we dat het toeval was, maar nu willen we graag weten waarom Turkse en Marokkaanse meisjes hier niet komen’, zo vertelde psycholoog Iva Bicanic eind 2009 al aan Zorg + Welzijn.
Latere leeftijd
Onderzoek, waar Stichting Kinderpostzegels Nederland 50.000 euro voor beschikbaar stelde, moest uitwijzen waarom allochtone jonge vrouwen niet om hulp vragen. Bicanic: ‘We hebben literatuuronderzoek gedaan en vervolgens een expertmeeting gehad. Deskundigen uit het veld geven aan dat deze vrouwen pas op latere leeftijd hulp zoeken. Wanneer zij een eigen gezin hebben en wat meer afstand hebben genomen van hun ouders.’ Uit groepsgesprekken onder jongeren uit de samenleving blijkt dat de gevoelens van schuld en schaamte, angst voor roddels en voor het verliezen van maagdelijkheid zwaarder wegen dan de behoefte aan hulp.
Geheimhoudingsplicht
Vervolgens is er een team van het Landelijk Psychotraumacentrum naar scholen, buurthuizen en moskeeën gegaan om voorlichting te geven. ‘Heel veel jongeren weten dat je naar de huisarts kunt gaan met je probleem en dat de huisarts geheimhoudingsplicht heeft. Maar allochtone jongeren hebben niet dat vertrouwen in de hulpverlening. Zij hebben sowieso weinig kennis van seksualiteit. Op school legden wij uit dat we hulp bieden, zonder dat de ouders het hoeven weten, zonder dat er een rekening van de verzekering je verraadt’, aldus Bicanic.
Hardnekkig
Het onderzoek en de voorlichting hebben er niet voor gezorgd dat Turkse en Marokkaanse slachtoffers zich melden bij het traumacentrum. ‘De drempel is te groot. In ieder gesprek met de jongeren wordt er steevast gezegd: “Ouders mogen zoiets niet weten”. Het probleem is enorm hardnekkig, dat zelfs als een hulpverlener face to face hulp aanbiedt, deze wordt afgeslagen. De keuze tussen vertellen en het risico lopen om de eer van de familie te schenden of niet vertellen en er vervolgens nachtmerries en hoofdpijn aan over te houden. Dan kiezen ze liever voor het laatste.’
PTSS
Een verkrachting of andere vorm van seksueel geweld verzwijgen en verdringen, brengt enorme problemen met zich mee. De kans om PTSS te ontwikkelen is behoorlijk groot. ‘Je gaat de gebeurtenis herbeleven, krijgt nachtmerries, hebt moeite met slapen, concentratieproblemen en je durft bepaalde dingen niet meer te doen’, zo schetst de psycholoog de symptomen. ‘Eerst durf je niet meer langs de plek te fietsen waar het is gebeurd. Die angst wordt steeds groter, waardoor je uiteindelijk niet meer naar buiten durft.’
Therapie
Praten over wat er is gebeurd en stapsgewijs angstgedrag afleren is de juiste therapie, stelt Bicanic. ‘Je ziet wel dat allochtone meisjes via het internet hulp zoeken. Maar om van PTSS af te komen, is therapie toch echt noodzakelijk.’ Het traumacentrum gaat nu een poging doen om de ouders te bereiken. ‘Volgende week is er een groepje ouders waarmee we gaan praten over seksueel geweld. We willen vragen of zij dat kennen, hoe zij er tegenaan kijken en wat je er tegen kunt doen. Het was heel moeilijk tot stand te brengen, maar we hopen door buiten de kaders te denken toch deze vrouwen te bereiken.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Foto: ANP/Koen Suyk