Door Ephraïm Patty – Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in de huidige samenleving. Jaarlijks worden meer dan 60.000 aangiften gedaan van geweld in huiselijke kring. Het kan gaan om kindermishandeling, seksueel misbruik, partnergeweld en mishandeling of verwaarlozing van ouderen. Uit onderzoek van Intomart uit 2002 blijkt dat meer dan veertig procent van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven te maken heeft gehad met huiselijk geweld. Onder allochtonen ligt dit percentage een stuk lager, op vierentwintig procent.
‘Ik denk dat het met huiselijk geweld even erg is in allochtone kring als in autochtone kring’, zegt Katinka Lünnemann, themacoördinator Recht, bescherming en preventie bij het Verwey-Jonker Instituut. Volgens haar is het veel erger gesteld dan de eerdere cijfers aantoonden. ‘Het is daarbij alleen wel de vraag wat je onder huiselijk geweld verstaat, omdat het natuurlijk een enorm breed begrip is. En voor sommige culturen is slaan een manier van opvoeden, terwijl er hier heel anders tegenaan wordt gekeken.’
Antropoloog Ibrahim Yerden beaamt Lünnemanns woorden. ‘Het ligt eraan vanuit welk perspectief je het bekijkt.’ Yerden is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en senior adviseur van PRIMO nh. Hij deed onderzoek naar huiselijk geweld onder Turkse en Marokkaanse gezinnen. ‘De overheid kan iets zien als huiselijk geweld, terwijl ze dat zelf absoluut niet zo ervaren.’
Ben Serkei is bij MOVISIE één van de deskundigen op het gebied van huiselijk en seksueel geweld. Hij is het gedeeltelijk met Lünnemann en Yerden eens. ‘Maar ik plaats er wel een kanttekening bij: dat onderzoek richtte zich alleen op Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen en Turken. Er zijn daarnaast zoveel andere groepen. Je kunt het ook niet hebben over de allochtoon en huiselijk geweld, dat is iets te makkelijk.’
Uitgehuwelijkt
Volgens de drie valt er veel winst te behalen voor sociale professionals die met huiselijk geweld te maken hebben. Aan de hand van de volgende casus proberen ze uit te leggen wat er zou moeten gebeuren.Een uitgehuwelijkte vrouw wordt door haar man mishandeld en krijgt allerhande vergaande fysieke en sociale beperkingen opgelegd. Ze overweegt meermalen om te scheiden, maar ziet daar vanaf, onder meer omdat ze haar kinderen niet wil verliezen. Als haar man echter ook een dochter mishandelt, vlucht ze het huis uit en kondigt ze een echtscheiding aan.
‘Het feit dat ze uitgehuwelijkt is, moet meteen een lampje doen branden’, zegt Lünnemann meteen. ‘Het is dan van belang om te kijken of de vrouw te maken kan krijgen met eergerelateerd geweld. Kijk naar de context en vraag na of de familie haar zoekt.’
Yerden wordt moe van alle ophef rondom eerwraak. ‘Eerwraak was actueel in de periode van 1985 tot 2000, inmiddels is het achterhaald. Sinds 2001 is er amper meer sprake van.’ Toen Yerden eerwraak in de jaren negentig op de politieke agenda probeerde te krijgen werd er niet geluisterd. Nu hij aangeeft dat er vandaag de dag amper meer sprake is van eergerelateerd geweld, slaan ze zijn adviezen weer in de wind.
‘De overheid besteedt er de laatste tijd veel aandacht aan. Maar zaken worden al gauw aan eerwraak gekoppeld terwijl dat niet het geval is. Instellingen die net projecten op hebben gestart met betrekking tot eerwraak willen dit natuurlijk niet horen omdat ze bang zijn hun subsidie weer te verliezen.’
Taboe
Terug naar de casus. Serkei: ‘Het is van belang om niet te rechtlijnig te denken. Je zou de vrouw meteen weg kunnen halen, maar is dat ook de juiste methode? Ik betwijfel het. Kijk eerst naar de achtergrond van de vrouw: waar komt ze vandaan, wat is haar sociale achtergrond, heeft ze familie, is er iemand die kan bemiddelen? Geweld mag natuurlijk niet, dat is duidelijk. Maar kijk ook naar de impact die het zal hebben op die vrouw als je haar rücksichtslos weghaalt.’
Het taboe op huiselijk geweld binnen allochtone kring is misschien wel de belangrijkste tegenwerking voor welzijnswerkers en hulpverleners. Als je kijkt naar huiselijk geweld onder allochtonen, dan vallen bepaalde dingen op, zegt Lünnemann. ‘Bij oudere allochtonen is een groter taboe op het praten over geweld en met name seksueel geweld.’ Ook wordt de politie pas ingeschakeld in een erg laat stadium.
‘Het slachtoffer is er vaak erg slecht aan toe als hij of zij uiteindelijk contact zoekt. Dat heeft met de bewustwording van het probleem te maken, maar ook met hun toekomstperspectieven. Ze zien niet in dat er ook een leven kan zijn zonder mishandeling’ Volgens haar is het daarom belangrijk dat de hulpverlening dingen wel benoemt, maar ook respecteert dat er grenzen zijn. ‘Vaak zien ze gewoon niet in dat ze geholpen kunnen worden, waardoor ze geïsoleerd blijven.’