Door Jan van Dam – De brug tussen het winkel- en activiteitencentrum in het
Amsterdamse Reigersbos is een verzamelplek voor vogels met stadse fratsen.
Voetgangers die stilstaan, worden onmiddellijk omsingeld door opdringerige
duiven en krijsende meeuwen. Het is een groot contrast met het onopvallende
activiteitencentrum, waar binnen een vredige rust heerst.
De bewoners van dit deel van Amsterdam Zuidoost kunnen elkaar hier
ontmoeten om te praten, dansen, zingen of om creatief te knutselen. Vanuit een
hoek van het gebouw klinkt gezang: ‘Vrede op aarde’. Het kerstlied wordt
gezongen door de twintig ouderen en negen vrijwilligsters van Kraka e Sewa, een
dagopvang voor dementerende Surinaams-Nederlandse ouderen.
Vertrouwde sfeer‘Bij Kraka e Sewa proberen we een
sfeer te creëren die aan vroeger doet herinneren’, vertelt coördinator Anne Rose
Abendanon. ‘Ouderen en medewerkers praten, spelen, zingen en eten gezamenlijk.
Dat slaat aan. Het gros van de ouderen komt uit de buurt, maar er zijn ook
mensen die uit Amsterdam-West, Amstelveen en Purmerend komen.’
Dementerende Surinamers en hun familie hebben volgens Abendanon
behoefte aan een op de eigen cultuur afgestemde vorm van dagopvang. Dit geldt
met name voor de mantelzorgers die naast de zorg voor hun ouder een betaalde
baan of een huishouden hebben.
Voor Kraka e Sewa, dat onderdeel uitmaakt van de zorg- en
welzijnsinstelling Cordaan, bestaat al geruime tijd een wachtlijst. De grote
belangstelling voor deze dagopvang staat in scherp contrast met die voor andere,
algemene ontmoetingscentra ten behoeve van mensen met dementie en hun
verzorgers. Daar blijven de allochtone cliënten massaal weg.
Vanwege zijn aanpak kreeg Kraka e Sewa in 2005 de Nationale
Mantelzorgprijs. Het project is, volgens het juryrapport, een voorbeeld dat
navolging verdient: goed georganiseerd, praktisch en gevoelig tegelijk. Gevraagd
naar de sleutel voor het succes, wijst Abendanon op het belang van een gedeelde
cultureel-etnische achtergrond.
‘In hun dementie keren de ouderen terug in de tijd. Naar de tijd van de
slavernij bijvoorbeeld waaraan zij, via hun ouders, nog levendige herinneringen
hebben. Het komt voor dat vooral 80-jarigen vanuit die ervaring ‘witte’
hulpverleners afwijzen. De medewerkers van Kraka e Sewa hebben begrip voor de
manier waarop de ouderen soms reageren. De slavernij maakt immers ook deel uit
van hun geschiedenis.’
GewoonteAbendanon merkt op dat de doorsnee
Surinaams-Nederlandse mantelzorger de zorg voor de ouders niet snel uit handen
zal geven. ‘Dat is een gewoonte die Surinamers met elkaar gemeen hebben. Ik
sprak onlangs een man die zijn hoogbejaarde moeder verzorgt. Hij vertelde me dat
zowel zijn moeder als hij een zekere gene hebben moeten overwinnen, vooral bij
het wassen. Maar hij wast haar liever zelf dan dat hij het een vreemde laat
doen.’
Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine nummer 12, 5 december
2007