De naam van de Amerikaanse staat Wisconsin is voor
Nederlandse gemeente-ambtenaren en arbeidstoeleiders welhaast synoniem voor een
model voor de aanpak van langdurige werkloosheid. Het programma Wisconsin Works
(W2) is gestoeld op de gedachte dat je werklozen moet beetpakken en niet meer
moet loslaten voordat ze een baan hebben. Daarbij is veel mogelijk. Krijgt
iemand geen baan omdat hij geen goede kleding heeft om te solliciteren, dan
krijgt hij die. Geen kinderopvang? Dan wordt daar voor gezorgd. Amerikaanse
werklozen beginnen met een twee weken durende training die hen leert wennen aan
het ritme van een baan en het omgaan met arbeidsverhoudingen. Daarna doen ze
ervaring op met vrijwilligerswerk, zonodig aangevuld met scholing. Kern van het
model is dat de uitkeringsverstrekking en de arbeidstoeleiding in bij één
organisatie wordt ondergebracht. Hoe verder de werkloze in het traject komt, des
te meer hij gaat verdienen. Hoe eerder een werkloze aan de bak wordt geholpen,
des te meer geld dat anders aan uitkeringen besteed zou moeten worden de
bemiddelende organisatie eraan overhoudt.
Groningse leest
Nederlandse beleidsmakers lopen de deur plat bij dit Amerikaanse programma.
Het enthousiasme is groot. Van Amsterdam tot Groningen, van Tilburg tot
Stadskanaal en van Emmen tot Leiden zijn experimenten met de W2 aanpak gestart.
Vorig jaar bracht ook de bijna voltallige raadscommissie van Groningen een
bezoek aan Wisconsin. Naar aanleiding daarvan start deze gemeente een experiment
met drieduizend werklozen uit de Korrewegwijk en de Oosterparkwijk. ‘Maar dat
wordt dan wel een Wisconsin-methode op Groningse leest,’ zegt wethouder van
sociale zaken Tjerk Bruinsma. ‘In de Verenigde Staten geldt een aantal regels
die wij zeker niet zullen hanteren. In Wisconsin krijgen mensen die aan het
programma deelnemen geen bijstand meer, maar een salaris. Verschijnt iemand niet
op zijn cursus of werk, dan volgt een korting. Daarbij moet je binnen twee jaar
werk hebben gevonden, anders krijg je alleen nog voedselbonnen. Dergelijke zaken
passen niet in de Nederlandse systematiek.’Het in één hand leggen van de
uitkeringsverstrekking en de arbeidstoeleiding wordt daarentegen wel overgenomen
van het Amerikaanse model. ‘De claimbeoordeling wordt gecombineerd met afspraken
over de uitstroom uit de bijstand. We zoeken de mensen actief op en leggen in
een contract vast welke inspanningen wij voor hen gaan verrichten. Daar staan
inspanningen van de werkzoekende tegenover. Als men zich daar niet aan houdt,
verbinden we daar consequenties aan.’ Momenteel bestudeert de gemeente Groningen
of het mogelijk is de mensen van de sociale dienst die met de werklozen aan de
slag gaan te belonen voor succesvolle reïntegratietrajecten. ‘Een weekendje uit
is natuurlijk mogelijk. Daarnaast denken we ook aan toeslagen, maar daar zijn de
vakbonden echter tegen,’ aldus Bruinsma.
Geen weg terug
Het enthousiasme onder Nederlandse gemeenteambtenaren voor de
Wisconsinmethode is zoals gezegd groot. Maar zijn alle jubelverhalen ook
terecht? Op het eerste gezicht lijkt er weinig af te dingen op het succes van
Wisconsin. Het aantal bijstandsafhankelijken in deze staat daalde sinds 1996 met
85 procent, tegen 29 procent elders in de Verenigde Staten. Om echter het succes
van de W2-aanpak te beoordelen, moet eerst duidelijk zijn op welke vraag de
Wisconsin-methode nu precies een antwoord wil geven.In het voorstel voor het
model, dat in 1996 door de federale regering van deze staat werd goedgekeurd,
was als hoofddoel geformuleerd dat de aanpak moest leiden tot een betere
inkomenspositie en meer economische zelfstandigheid van families met een inkomen
op of rond de armoedegrens. Als bijkomend doel, dat overigens pas twee jaar na
aanvang van Wisconsin Works aan de doelstellingen werd toegevoegd, werd gesteld
dat het programma moest leiden tot een vermindering van de
uitkeringsafhankelijkheid. Op dit tweede punt is het W2-programma dus zeer
succesvol. Van het hoofddoel kan dat echter niet worden gezegd, zo blijkt uit
verschillende Amerikaanse onderzoeken. ‘Als vermindering van het aantal mensen
in de bijstand de enige barometer voor succes is,’ zo stelt onderzoeker Michael
Wiseman, die in opdracht van het Wisconsin Works Management and Evaluation
Project de methode evalueerde, ‘dan zou het beter zijn iedere vorm van sociale
ondersteuning helemaal te schrappen. Dat zou de caseload immers maximaal
reduceren.’
Voordat het W2-programma van kracht werd, waren veel Amerikaanse
families aangewezen op het zogenaamde AFDC-programma, de bijstand voor families
met kinderen. Uit onderzoek is gebleken dat de helft tot driekwart van hen
binnen twee jaar nadat ze werkloos werden weer een baan vonden. Veelal ging het
daarbij echter om tijdelijk werk. Na een wachtperiode van dertig dagen konden ze
zich opnieuw voor aanmelden bij de bijstand. De W2 methode gaat er echter vanuit
dat mensen die werk vinden, dat ook behouden en na verloop van tijd naar beter
betaalde banen doorstromen. ‘Dat is echter niet het geval,’ laat Pat DeLessio,
medewerker van een bureau voor rechtshulp in Wisconsin, via Internet weten. ‘Het
is onze ervaring dat de meerderheid van deze mensen hetzelfde soort tijdelijke
banen krijgt als toen ze nog een AFDC-uitkering hadden. Laag betaald, part-time,
tijdelijk en seizoensgebonden. Veel mensen springen op die manier van klus naar
klus, met steeds een maand ertussenin waarin ze geen uitkering krijgen. Ze zijn
financieel slechter af dan in de bijstand, maar er is geen weg terug.’
Negatieve effecten
Ook The Hunger Task Force of Milwaukee, een samenwerkingsverband van een
honderdtal instanties voor maatschappelijke opvang in de hoofdstad van
Wisconsin, plaatst in een recent onderzoek naar het W2-programma vraagtekens bij
de fixatie op de uitstroom uit de bijstand. Uit dit onderzoek blijkt dat slechts
zeventien procent van de deelnemers een baan heeft gekregen met een salaris ter
hoogte van het minimumloon. De overigen verdienen met tijdelijk, ambulant of
seizoenswerk niet voldoende om een gezin te onderhouden en zijn nog steeds
aangewezen op ondersteuning in de vorm van voedselbonnen. En maar liefst
vijfenvijftig procent van de mensen die zijn overgeheveld uit de bijstand naar
het W2-programma heeft momenteel geen werk. Zij zitten in de wachtperiode tussen
verschillende banen of zijn aangewezen op ondersteuning van familie en vrienden
of inkomsten uit ‘niet-reguliere activiteiten’, een eufemisme voor diefstal en
drugshandel.
Wethouder Bruinsma kent deze onderzoeken. Hij heeft ook over deze
bevindingen met politici in Wisconsin gesproken. ‘Zij geven deze negatieve
effecten ruiterlijk toe. Ik heb zelfs begrepen dat er mensen zijn die uit de
staat verhuizen of onderduiken bij familie of in de illegaliteit om onder het
juk van het Wisconsinprogramma uit te komen. Er zitten duidelijk elementen in de
methode die wij niet willen. In de Verenigde Staten word je hoe dan ook uit de
bijstand gegooid, tenzij je kleine kinderen hebt. Wij accepteren dat er mensen
zijn die nu eenmaal nooit aan de bak zullen komen. Misschien dat we ten aanzien
van deze groep iets kunnen met sociale activering en verplicht
vrijwilligerswerk. Maar ze blijven gewoon een uitkering ontvangen.’
De Amerikaanse onderzoekers willen niet de conclusie voor hun rekening
nemen dat het Wisconsin-programma niet werkt. Wel maken ze duidelijk dat het
succes ervan niet kan worden afgemeten aan aantallen uitstromers uit de
bijstand. Of het programma succesvol is verbeteren van de inkomenspositie en
economische zelfstandigheid is in ieder geval nog te weinig onderzocht om daar
harde conclusies aan te kunnen verbinden. Voor het op grote schaal navolgen van
deze Amerikaanse aanpak is vooralsnog geen reden. Want, zoals de aartsbisschop
van Milwaukee, Rembert G. Weakland, op de internetsite van het Hunger Action
Team verklaart: ‘Je kunt niet van een succes spreken zolang mensen moeten werken
voor inkomens die hen niet in staat stellen voor zichzelf en hun gezinnen te
zorgen. Het programma is erin geslaagd veel mensen uit de bijstand te halen,
maar niet uit de armoede.’/Eric de Kluis