In het rapport Jeugdzorg: hulpverlening voor jongeren van 12 tot 18 jaar constateert de Rekenkamer Amsterdam dat de gemeente er niet aan toe is taken van Bureau Jeugdzorg over te nemen. Aanleiding voor het onderzoek was dat het Bureau Jeugdzorg per 1 juli 2008 de licht pedagogische hulpverlening afbouwt omdat dit een gemeentelijke taak in het kader van de Wmo is.

Weinig inzicht
Allereerst is nu ook al niet duidelijk wat er precies onder licht pedagogische hulpverlening, oftewel de preventieve jeugdzorg, moet worden verstaan. Gemeente en stadsdelen hebben bovendien te weinig inzicht in het aanbod van licht pedagogische hulpverlening.

Aanbevelingen
De Rekenkamer doet een aantal aanbevelingen. Zo moeten gemeente en stadsdelen onder andere goede afspraken maken over verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Zij moeten inzicht krijgen in het aanbod aan licht pedagogische hulpverlening.

Bureau Jeugdzorg
Ook het Bureau Jeugdzorg in Amsterdam ligt in het rapport onder vuur. Het slaagde er de afgelopen jaren bij lange na niet in om het afsproken aantal trajecten voor licht pedagogische hulp te realiseren, maar bouwde wel een financiële reserve op. Dit terwijl de gemeente extra geld aan het Rijk vroeg voor het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Het is niet duidelijk waar dit geld voor is ingezet.

Kruissubsidies
Ook heeft de Amsterdamse Rekenkamer kritiek op het systeem van kruissubsidiëring dat bjz toepaste. Het verlies dat het bureau in 2005 leed op (niet-wettelijke) taken die het voor scholen uitvoerde, werd gecompenseerd met de winst op de wettelijke taken die het bureau voor de Stadsregio uitvoerde.