De Molenwijk in Amsterdam Noord is een soort voorloper van de Bijlmer. Het is een wijk met veel hoge flatgebouwen die vergelijkbare, maar kleinschaliger, problemen kent als in de Bijlmer. Verloedering, overlast en toename van criminaliteit gaan ten koste van de leefbaarheid en veiligheid in de Molenwijk.
Geweld
De wijkbewoners organiseren en beheren de SMS-alert zelf. Wanneer bewoners die deel uitmaken van het SMS-Alert systeem iets verdachts zien in de wijk, worden de andere deelnemers van de SMS-alert gewaarschuwd via een centrale sms. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld bedreiging, asociaal gedrag, vernieling, geweldpleging, drank- en drugsmisbruik, inbraak en dierenmishandeling. Er is ook afgesproken waar de SMS-alert niet voor dient: rondhangende jongeren, kattenkwaad en graffiti bijvoorbeeld.
Bemiddelen
Het idee is dat de deelnemende bewoners zich gaan mobiliseren en adequaat reageren op de calamiteit. Met een groep gaan ze bemiddelen, waarschuwen of schakelen de politie in. De deelnemers gaan de straat op om slachtoffers te steunen en overleggen regelmatig over incidenten in de wijk met betrokken professionals. Vanuit dit overleg worden diverse andere activiteiten ontwikkeld om de wijk leefbaar en veilig te maken.
Resultaten
De jury vond dit intitatief – overigens zonder subsidie opgezet – een succesvol burgerinitiatief dat participatie en samenwerking bevordert en tastbare resultaten laat zien. De bewoners zien een duidelijke verbetering in de wijk en voelen zich prettiger. Vooral op het gebied van overlast is sprake van een aanzienlijke verbetering. De woningbouwvereniging meldt dat het aantal reparaties als gevolg van vandalisme en vernieling overduidelijk is afgenomen en de politie kan vaker preventief optreden.
Prijs
De winnaars kregen van van Secretaris-Generaal Demmink een beeldhouwwerkje en een bedrag van 20.000 euro, te besteden aan de preventie van criminaliteit of het bevorderen van sociale veiligheid. De Hein Roethofprijs is ingesteld door het ministerie van Justitie en wordt jaarlijks toegekend.
Bron: ANP-Photo/Marcel Antonisse