Door Lin Tabak – Voor Joost Lagendijk, een van haar toenmalige
fractieassistenten en tegenwoordig Europarle-mentariër voor GroenLinks, is
Andrée van Es ‘iemand met toewijding en een natuurlijk gezag en één van mijn
grote voorbeelden’.
Onderzoeker Menno Hurenkamp, die als hoofd politiek onder Van Es werkte in
debatcentrum De Balie, noemt haar ‘sociaal buitengewoon slim en in staat om
buitengewoon ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken op een ongelooflijk
charmante, maar soms ook vileine manier bespreek baar te maken’. Zelf typeert
Van Es zich als ‘een keurig opgevoed meisje dat haar leven lang is omgegaan met
rechtse mensen’.
Politieke vadermoordDe meesten kennen Andrée Van Es
vooral vanwege haar Kamerlidmaatschap voor de PSP en GroenLinks. Minder bekend
is dat ze eind jaren zeventig ook hulpverlener was bij een Jongeren-Adviesentrum
(JAC) na drie jaar als fractieassistent aan de landspolitiek te hebben geroken.
Het contrast was groot. In een interview in 1987 zei Van Es hierover: ‘Toen
ik kwam, dacht ik: wat traag gaat het hier. Als fractiemedewerker ben je gewend
razendsnel te werken. Maar voor hulpverlening moet je de tijd nemen, dat is
inherent aan het werk.’ Ze vond zichzelf ook niet erg geschikt. ‘Kwam er een
meisje met liefdesproblemen, dan dacht ik “er zijn wel ergere dingen in de
wereld”.’
Haar uitverkiezing als PSP-kamerlid in 1981 maakte aan die carrière een
eind. Voor de partij begon een tumultueuze tijd, waarin jongeren afrekenden met
een oude, dogmatische garde. Dat gebeurde onder leiding van Fred van der Spek,
die zelfs samenwerken met andere klein-linkse partijen verraad aan het
kapitalisme vond.
In het verzet tegen het kamp van Van der Spek nam Van Es het voortouw.
‘Fanatieke schreeuwlelijkerds vond ik ze’, zegt ze in hetzelfde interview,
‘totalitair. Als zij het voor het zeggen zouden krijgen, zou dat voor mij
onaanvaardbaar zijn.’ Ze koos de confrontatie, door zich op het
partij-congres in 1985 kandidaat te stellen tegen Van der Spek – en won.
‘Dat was toch een soort politieke vadermoord’, zegt Lagendijk, want Fred had
haar binnengehaald.’
Uiteindelijk leidde de klein-linkse samenwerking in 1989 tot GroenLinks,
maar ook tot het vertrek van Van Es. ‘In de nieuwe fractie’, zegt Lagendijk,
‘kon ze haar ei niet meer kwijt. Het was een verstandshuwelijk, want de drie
dames (PPR-voorvrouw Ria Beckers, CPN-leider Ina Brouwer en Van Es) lagen elkaar
persoonlijk niet zo.’
Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine nr.
10