Nieuwenhuizen werkt als gedragswetenschapper bij een ’s Heeren Loo locatie in Noordwijk en was betrokken bij een pilot om vanuit een multidisciplinaire benadering antipsychotica af te bouwen. ‘Door ingrijpende gebeurtenissen kunnen mensen soms de grip op hun leven even kwijtraken. Bij mensen met een verstandelijke beperking is de kans dat dit gebeurt groter omdat ze minder mogelijkheden hebben zich staande te houden en ze zich niet altijd goed kunnen uiten. Zij uiten zich in spanningsvol gedrag bijvoorbeeld in angst, boosheid, agressie en verdriet. Op die onrust en angst hebben we als professionals niet altijd het juiste antwoord. Als er vervolgens een crisis ontstaat, wordt medicatie voorgeschreven om rust te brengen. We moeten er alleen scherper op zijn dat als die rust er weer is, de medicatie weer wordt afgebouwd.’
Tijdelijke interventie
Als voorbeeld noemt Nieuwenhuizen een verhuizing. Het kost tijd om aan een nieuwe situatie te wennen en weer een gevoel van veiligheid te krijgen. Maar soms is die tijd er niet en dan kan stress of een crisis ontstaan. Je zou dan antipsychotica kunnen voorschrijven om de scherpe randjes van de crisis af te halen. ‘Maar op een gegeven moment voelt iemand zich meer vertrouwd in een nieuwe situatie. Als we de antipsychotica inzetten om een crisissituatie door te kunnen komen, moeten we het wel zien als tijdelijke interventie en de medicatie afbouwen zodra dat kan.’
E-learning en folder
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Cliënten, hun verwanten en soms ook hun begeleiders zijn vaak angstig om te stoppen met de medicatie. Wat gebeurt er dan? Komt er een terugval? Ontstaat dan weer die boosheid, stress, angst of verdriet? Nieuwenhuizen: ‘We begrijpen dat dit heel spannend is en daarom moet de afbouw ook geleidelijk gaan. Om dit mogelijk te maken, hebben we een e-learningmodule ontwikkeld voor begeleiders en een folder voor verwanten. Hierin is onder meer te lezen wat antipsychotica doen, wat maakt dat het niet altijd op tijd afgebouwd wordt, wat de risico’s zijn bij het afbouwen, waar je alert op moet zijn en hoe de cliënt gesteund kan worden. Deze middelen helpen om de communicatie over de afbouw te verbeteren.’
Onder een dekentje
In een pilot bij ’s Heeren Loo in Noordwijk werden praktische aanpak, beschreven in een FTO-module en daarbij behorende draaiboeken, de e-learningmodule en de folder ontwikkeld en getest. Ruim zestig procent van de geïncludeerde cliënten die in aanmerking kwam voor de pilot is gestart met afbouw. Bij 85 procent van hen kon de medicatie geheel of gedeeltelijk worden afgebouwd. Nieuwenhuizen: ‘Dit leidde op casusniveau tot hele mooie resultaten. Zo was er bijvoorbeeld een cliënt met een licht verstandelijke beperking die zelf aangaf graag te willen stoppen met de antipsychotica. Zij deed mee aan de pilot en benoemt dat ze na de afbouw “wakker” is geworden. Er zijn dingen die nu spannend zijn, maar om veel dingen in het leven hangt juist een positieve spanning. Ook die kon ze niet meer ervaren. Iemand die antipsychotica gebruikt, leeft eigenlijk onder een dekentje. Alles komt minder goed binnen, ook de leuke dingen. Het geeft misschien rust, maar heeft geen meerwaarde als het gaat om die positieve emoties.’
Wees scherp
Nieuwenhuizen geeft aan: ‘Idealiter zouden we de antipsychotica alleen nog inzetten bij geïndiceerde psychiatrische stoornissen waaronder psychoses. Maar we moeten ons realiseren dat crisissituaties kunnen blijven ontstaan. Als een cliënt in een crisis raakt en je kunt zijn veiligheid en gevoel van vertrouwen niet waarborgen, zou het kunnen zijn dat een antipsychoticum wordt ingezet. Dat rekt even de tijd. Daarnaast moeten we echter ook inzetten op communicatie en op de omgeving zodat iemand zich veilig kan voelen. Antipsychotica zijn dan een tijdelijk redmiddel en dat moeten we tijdelijk houden. Wees er dus scherp op dat je ook weer afbouwt. De e-learning en de folder helpen hierbij.’
De FTO-module en de folder zijn hier gratis te downloaden. De e-learningmodule is tegen betaling verkrijgbaar via de website van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik.