Nicoline Bos, voorlichter gemeente
Utrecht: ‘De gemeente onderneemt actie omdat steeds meer jongeren bij
de Gemeentelijke Kredietbank aankloppen voor schuldsanering. Vorig jaar ging het
om een dikke honderd jongeren, op een totaal van 1200 gevallen. Het is een
slechte zaak dat zij al op zo jonge leeftijd met schulden zitten. En doordat zij
vaak maar weinig inkomsten hebben, valt het hen moeilijk van de schulden af te
komen. Natuurlijk zijn jongeren zelf, en ook hun ouders, verantwoordelijk voor
hun koopgedrag. Vandaar dat we aan preventie doen, door bijvoorbeeld
voorlichting op scholen te geven. We maken daarbij gebruik van jongeren die uit
eigen ervaring over hun financiële problemen vertellen. Naar aanleiding van de
brief van B&W heeft het Nibud al contact met ons opgenomen om gezamenlijk
een voorlichtingsprogramma op te zetten.’
Caroline Sodenkamp, woordvoerder Nibud: ‘Wij zijn
inderdaad wel wat van plan, omdat blijkt dat de situatie bij bepaalde jongeren
zorgwekkend is. We denken daarbij aan gerichte voorlichting aan jongeren en hun
ouders. We gaan daarvoor ook lesmateriaal samenstellen. Ook zetten we in op een
landelijke campagne. Maar meer dan dit kan ik er niet over zeggen. Het moet
allemaal nog ingevuld worden. Wel zijn we over deze materie in gesprek met
gemeenten, de VNG en de ministeries van Sociale Zaken en VWS.’
Hettie Wolf, chef afdeling schuldhulpverlening gemeente
Enschede: ‘In het verleden hadden we altijd een enorme uitval bij de
schuldhulpverlening aan jongeren, iets van tachtig procent. Vandaar dat we in
’99 met een nieuw project begonnen zijn. Wij dragen het samen met de jeugdzorg,
want veel jongeren hebben naast hun financiële ook andersoortige problemen. In
ons team zit ook een budgetbegeleider die jongeren thuis bezoekt en hen leert om
met geld om te gaan. Wij maken de jongeren als het ware rijp voor het drie jaar
durende schuldsaneringtraject van de Stadsbank. Je zou kunnen zeggen dat we een
lik-op-stuk beleid hanteren met snel ingrijpen, waarbij de zelfwerkzaamheid van
jongeren voorop staat. Het resultaat is dat we steeds meer jongeren helpen en
dat de uitval in ieder geval drastisch gedaald is. Om te voorkomen dat jongeren
al meteen huurschuld opbouwen, zijn we ook begonnen met het geven van
huuradvies. Samen met de jongere bekijken we dan in gesprekken of huren er al
inzit of dat hij nog beter een tijdje kan wachten. En natuurlijk geeft onze
preventiewerker door de hele stad voorlichtingen aan jongeren en hun
ouders.’
Arno Bonte, woordvoerder Dwars, jongerenorganisatie
GroenLinks: ‘Wat Utrecht doet, is een stap in de goede richting. Maar
ik zou verder willen gaan. Allereerst bepleit ik een wettelijke regeling tegen
de agressieve praktijken van kredietmaatschappijen. Jongeren zijn erg gevoelig
voor hun manier van doen, en daar dienen ze tegen beschermd te worden. Verder
zou ik willen dat gemeenten meer bewindvoerders aanstellen die jongeren bijstaan
om hun schulden te saneren. En ook ben ik voor een uitgebreide budgettraining
voor jongeren. Zodat ze leren met geld om te gaan. Zo’n cursus moet in elk geval
beschikbaar zijn voor jongeren die al schulden hebben gemaakt. Maar moet ook een
vast onderdeel worden van het onderwijs.’
Marco van Westerlaak, medewerker Jongerenorganisatie CNV:
‘Goed kunnen rekenen is misschien niet stoer, maar wel reuze handig. Wie het
Nibud-onderzoek goed leest, ontdekt dat van de onderzochte groep jongeren
twintig procent schulden heeft en de rest schuldenvrij is. Van de groep jongeren
met schulden heeft twintig procent meer dan € 900 schuld. Dit is dus vier
procent van de totale onderzochte populatie. Dit komt overeen met een harde kern
probleemjongeren die in alle onderzoeken de kop op steekt. Het is dus niet nodig
alle jongeren te veroordelen en te betuttelen. Het is beter gericht actie te
ondernemen op de kleine groep jongeren die in de problemen zit. Met
voorlichting, steun en doelgroepgerichte projecten kunnen deze jongeren bereikt
en geholpen worden. Dan kan die grote groep jongeren waar het erg goed mee gaat,
lekker genieten van hun welverdiende geld.’
Uit ‘Jongeren 2001’ van kinderen en jongerenonderzoekbureau
Qrius: ‘De hoogte van de telefoonrekeningen blijkt een belangrijke bron
van irritatie te zijn tussen jongeren en hun ouders. Vaak gaat het een keer goed
mis, waarna ouders hun kind aan een afbetalingsregeling onderwerpen en allerlei
belemmerende maatregelen nemen.’/Marty PN van Kerkhof