Het onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers van de Universiteit van Wisconson-Madison. Onder leiding van onderzoeker Seth Pollak werden de MRI-scans van 398 kinderen en jong volwassenen geanalyseerd in de leeftijd van 4-22 jaar. Zij keken naar de schoolprestaties van de kinderen en hun sociale achtergrond.
Grijze hersencellen
Hoeveel ouders verdienen bepaalt hoeveel grijze hersencellen kinderen hebben. Dat verklaart maar liefst 20 procent van de verschillen tussen schoolprestaties van kinderen. Kinderen die onder de armoedegrens leven, bleken gemiddeld 8-10 procent minder grijze hersencellen te hebben. Kinderen van ouders die 100 – 150 procent van het minimuminkomen verdienen, hebben 3 tot 4 procent minder grijze hersencellen.
Een dun jasje in de winter, geen eten mee voor het overblijven. Honderden kinderen komen ’s ochtends met honger, kapotte kleding en ongewassen op school. Scholen moeten dat echt melden vindt staatssecretaris Van Rijn. Lees meer >>
Arme gezinnen
Het is niet voor het eerst dat onderzoek het verband aantoont tussen armoede en schoolprestaties. Eerder onderzoek wees bijvoorbeeld uit dat kinderen uit arme gezinnen 4-7 punten lager scoren op standaard tests dan kinderen uit rijkere gezinnen. Armoedebestrijding is misschien niet het eerste waar overheden aan denken als zij leerprestaties van kinderen willen verbeteren. Dit onderzoek toont aan dat het bestrijden van armoede meer effect zal hebben dan andere maatregelen.
Lees meer over armoede in het algemeen in het Dossier Armoede >>