et zogenaamde ‘rugzakje’ is van de baan. Het geld dat ouders van kinderen met een aandoening kunnen aanvragen voor extra begeleiding op een reguliere school, vloeit vanaf 2012 rechtstreeks naar de scholen. Bovendien wordt er 300 miljoen euro op het budget gekort. Zo’n 6000 leerkrachten uit het speciaal onderwijs, die (ook) werkzaam zijn als ambulant begeleider op reguliere scholen, verliezen hun baan. De reden voor de bezuiniging, zo verklaart minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt, is dat de oorspronkelijke doelstelling van het rugzakje niet is gehaald. ‘Het rugzakje is in 2003 ingevoerd. Het uitgangspunt was dat het een budgetneutrale maatregel zou zijn en dat kinderen vanuit het speciaal onderwijs makkelijker zouden doorstromen naar het regulier onderwijs. Dit beleid heeft in de loop der jaren echter geleid tot 65 procent meer indicatiestellingen, en een stijging van de kosten met een half miljard. De situatie is uit de hand gelopen.’
Vermoed wordt dat het rugzakje ‘uitnodigend’ is geweest om kinderen te labelen en een grotere vraag heeft opgeroepen. Minder geld betekent minder middelen, maar daardoor hoef je er niet op achteruit te gaan, vindt de minister. ‘Als het geld rechtstreeks naar de scholen gaat, krijgen die veel meer flexibiliteit. Waarschijnlijk is dat efficiënter en minder bureaucratisch. Het geld gaat niet meer over verschillende schijven. En als je internationaal kijkt, dan hebben we nog steeds heel mooi speciaal onderwijs.’
Geen extra handen
Dat het huidige systeem niet optimaal functioneert, daar is Liesbeth Verheggen, bestuurder van de Algemene Onderwijsbond (AOb), het met de minister over eens. Het meest heikele punt is volgens haar dat niemand precies weet hoe groot het budget voor zorgleerlingen is. Ook hoeven schoolbesturen, die nu al een deel van het ‘rugzakgeld’ beheren, geen verantwoording af te leggen over de besteding ervan. Het geld komt binnen in één grote pot, verdwijnt en wordt niet altijd goed besteed. ‘Veel schoolbesturen hebben onderling afspraken gemaakt over wat er met het geld van het rugzakje gebeurt’, verklaart Verheggen. ‘Er wordt vaak niet gekeken naar wat de leraar en het individuele kind nodig hebben. Van de ambulante begeleiders is een soort veredelde schoolbegeleidingsdienst gemaakt, maar er is geen ondersteuning in de klas.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 3, maart 2011.
Bron: Foto: ANP/Lex van Lieshout
De reactie op het artikel is wat kort door de bocht. Voor kinderen met een cluster 4 beschikking op basis van gedrag zal FFT zinvol zijn. Voor leerlingen mat een andere indicatie is het de vraag of FTT zinvol is. Een kind met ASS stoornis heeft een speciale aanpak op school nodig. Hier lijkt FTT toch niet de eerste aanpak. Met name deze groep is vrij groot. Kinderen waarbij sprake is van grensoverschrijdend gedrag gaan vaak direct door naar het Speciaal Onderwijs. Juist daarop wordt bezuinigd. Die bezuiniging gaat niet alleen de moeilijkopvoedbare kindere treffen maar ook de kinderen met een verstandelijke handicap, erstig zieke kinderen etc. Dus iets meer kennis van de problematiek voor je reageert.
Geachte, ik weet waar ik over praat en moet zeggen dat ik, mede door eigen ervaring, het eens ben met deze wegbezuinigingen van dit soort ambulante begeleiders. Dat het onder scholen is ondergebracht wordt, op deze manier is ook geen optie lijkt mij, in de zin dat school het onder een vrij beleid kan en mag uitvoeren en besteden. Het lijkt mij meer een kans van slagen hebben als dit probleem opgepakt wordt door een onafhankelijk persoon die ook verbonden MAG zijn met de privesituatie van een kind, met het bekende rugzakje, omdat dit vaak een onderliggende problematiek heeft dan niet, de ouder(s) er in ieder geval tijdig van op de hoogte zijn van wat er speelt op school van hun zoon/dochter. Zo’n onafhankelijk persoon moet er zijn voor de eerste plaats, voor het kind, de verplichting meenemen om ouders hierbij te betrekken en met betreffende school duidelijk afstemmingen te maken. Inzicht voor jongeren en ouders geven voor wat betreft de concenqeunties van deze problematiek en mogelijkheden aftoetsen voor zowel scholing als werk, lijkt mij een pre gezien deze tijd. Elk kind is anders, dat begrijp ik en daar kan individueel op ingespeeld worden, maar het landelijke probleem nu en ook straks om een kind met een “probleemstempel” aan het werk te kunnen krijgen en weten vast te houden blijft.
Ik hoop dan ook van harte dat men hier iets aan gaat doen! MOGELIJKE TIP: meer FFT ‘ers aanstellen Functional Family Therapy
FFT is een gezinsgericht behandelprogramma, bedoeld voor het uitgebreide scala aan klinische problemen, die onder de noemer externaliserende gedragsstoornissen van jongeren vallen.
Succes ermee