Het besef dat voor een grote groep mensen de Nederlandse samenleving te complex is en te snel gaat is bij professionals in het sociaal domein doorgedrongen. En juist mensen die in armoede leven en met schulden kampen – één op de vijf huishoudens in Nederland – worden geconfronteerd met allerlei regelingen, vorderingen en heel veel ingewikkelde brieven. Onder hen een grote groep mensen met een licht verstandelijke beperking. Moonen: ‘Ik maak wel altijd het onderscheid tussen mensen met een aangeboren beperking en mensen die door allerlei omstandigheden en achterstandsituaties functioneren op lvb-niveau. Juist bij die laatste groep zien we vaak schulden en armoede.’
Herkennen
Het herkennen van mensen die functioneren op lvb-niveau blijft lastig in de praktijk. Een paar jaar ontwikkelde Moonen met collega’s – op verzoek uit het veld – de Scil-screener waarmee vastgesteld kan worden of er mogelijk sprake is van lvb. ‘Geen diagnostisch instrument, maar de Scil-screener kan de professional wel snel veel inzicht bieden. Hij of zij kan – wanneer er mogelijk sprake is van lvb – ook onmiddellijk zijn of haar taalgebruik aanpassen.’
Eenvoudig maar niet kinderachtig
Makkelijker gezegd dan gedaan, weet Moonen. ‘Dat vinden we nogal lastig. Je ziet de overheid en andere instellingen daar ook mee worstelen. Ze proberen nu steeds vaker om op B1-niveau te communiceren. Maar B1 is voor de ruim 2 miljoen laaggeletterden, onder wie veel mensen die op lvb-niveau functioneren, nog te moeilijk. Zorgverzekeraar Achmea heeft bijvoorbeeld onlangs bekendgemaakt alle communicatie naar A2 om te zetten. Een enorme klus. De kunst is om eenvoudig maar niet kinderachtig te zijn.’ In ons Taal voor allemaal project doen we hier onderzoek naar.
Met respect
Hetzelfde advies: ‘helder maar niet neerbuigend’ geldt zeker ook voor de mondelinge communicatie. ‘Altijd met respect. En probeer vooral niet te veel informatie in een gesprek of een brief te stoppen. Communiceer alleen de informatie die strikt noodzakelijk is. Informatie is taal die ik begrijp, anders is het geen informatie, alleen maar data.’
Toxisch
Maar alleen met eenvoudig taal en een heldere boodschap ben je er niet. Voor mensen met schulden én lvb is maatwerk nodig. ‘We weten uit onderzoek steeds meer over de gevolgen van schulden, van stress. Langdurige stress kan verlammend werken, is zelfs toxisch. Bij mensen met lvb, niet uitgerust met grote intellectuele of adaptieve vermogens, komt heel veel samen. Ze hebben al moeite met de lange termijn en impulsieve keuzes zijn snel gemaakt.’
Mobility Mentoring
Keuzes die de schulden zelden kleiner maken. De hoogleraar wijst op het populaire Mobility Mentoring, de Amerikaanse methode om schulden aan te pakken die nu ook door veel gemeenten in Nederland wordt ingezet. ‘Zeker een interessante methode, gebaseerd op inzichten uit de neuropsychologie. Maar de kern van de aanpak is toch dat mensen om uit de ellende te komen een plan maken om dat vervolgens stapsgewijs op te volgen. Maar dat is juist heel lastig voor mensen met lvb. Dus deze methode zal ook aangepast moeten worden voor deze groep.’
Complex
Daar komt bij dat mensen met lvb vaak geneigd zijn om ja te zeggen, terwijl ze nee bedoelen. ‘Dat maakt het helemaal complex. Een hulpverlener denkt goed bezig te zijn, maar voor de mensen om wie het gaat, leeft de aanpak helemaal niet. Hij of zij wil in principe wel van zijn schulden af, maar met welke inzet? Wat hebben ze daarvoor over? En zo zie je het mis gaan. Hulpverleners moeten veel meer in de schoenen van iemand met lvb gaan staan. Daar is ook kennis voor nodig. Ze moeten weten wat ze kunnen verwachten. Te vaak wordt iemand anders bestempeld als ‘ongemotiveerd.’”
Belonen
Hij wijst erop dat in de methode van Mobility Mentoring ook belonen een grote rol speelt. ‘Dat is natuurlijk erg individueel. Wat voor mij een beloning is, is dat voor een ander niet. Voor mensen met lvb zal het om kleine haalbare doelen moeten gaan. Niet alleen haalbaar voor instanties of overheden, maar juist voor de mensen zelf. De overheid zal bijvoorbeeld soms voor deze groep bepaalde termijnen moeten aanpassen.’
Behoorlijk invorderen
De hoogleraar staat niet alleen in zijn pleidooi voor maatwerk bij de aanpak van schulden. Ook de nationale ombudsman Reinier van Zutphen stelt in zijn rapport Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief, dat afgelopen zaterdag werd gepubliceerd, dat overheidsinstanties veel meer oog moeten hebben voor de menselijke maat. ‘Door het invorderingsbeleid van de overheid komen mensen met schulden vaak dieper in de financiële problemen.’ De ombudsman stelt dat de overheid zich veel meer moet inspannen om schulden te voorkomen en pleit voor heldere communicatie, direct contact met de burgers en maatwerk.
Omslag
Volgens professor Moonen is er een flinke omslag nodig. ‘Nederlandse gemeenten zijn zo bang om burgers ongelijk te behandelen. Maar de enige manier om meer gelijkheid in een diverse samenleving te creëren, is door mensen juist heel bewust ongelijk te behandelen. Anders doe je geen recht aan die ongelijke startsituatie en blijven de verschillen net zo groot. Dat is een grote opgave, ook voor de politiek. Dat gelijkheidsprincipe zit zo diep in Nederland. Dat is oneerlijk, klinkt het dan.’