Dat hebben staatssecretaris Van Rijn van VWS en minister Asscher van Sociale Zaken bekend gemaakt. 98 Procent van de gemeenten heeft de huishoudelijke hulp toelage (HHT) aangevraagd. Dit geld, in totaal 190 miljoen euro voor 2015 en 2016, heeft het kabinet uitgetrokken om het dreigende verlies aan banen voor huishoudelijke hulpen – door de transitie en bezuiniging in de zorg – tegen te gaan. Asscher: ‘Zo zorgen we ervoor dat goed werk behouden blijft en alfahulpconstructies – die ten koste gaan van werknemers – worden voorkomen’.

Kosten huishoudelijke hulp

De huishoudelijke hulp toelage (HHT) konden gemeenten bij het rijk aanvragen om de kosten voor het inhuren van een huishoudelijke hulp te verlagen. Bijna alle gemeenten maken er nu gebruik van en dat betekent, aldus Van Rijn en Asscher, dat zo’n 80 procent van de huishoudelijke hulpen hun baan – met een dienstverband van 16 uur per week – kan behouden.

Veel gemeenten willen, vanwege de korting op het Wmo-budget – bezuinigen op de huishoudelijke hulp. Dat gaat niet zomaar, bleek uit een uitspraak van de rechtbank in Groningen op 10 december. Lees meer>>

Te weinig inkomen

Toch is het niet allemaal zo mooi als het lijkt voor de thuishulp. Zion Jongstra, directeur van TSN Thuiszorg, zegt op de website van Zorgvisie dat het overgrote deel van de cliënten dat huishoudelijke hulp ontvangt, te weinig inkomen heeft om de eigen bijdrage te betalen: ‘De maximale bijdrage van de gemeente is 12,50 euro per uur. De marktprijs van huishoudelijke hulp bedraagt circa 22,50 euro per uur zodat een eigen bijdrage overblijft ongeveer tien euro per uur. Het merendeel van de cliënten betaalt nu een eigen bijdrage van circa twintig euro per maand voor gemiddeld 12 uur hulp bij de huishouding. Eén ding is zeker, deze cliënten kunnen nooit tien euro per uur betalen.’

Uitspraak rechter

Staatssecretaris Van Rijn reageerde in de Tweede Kamer ook op de uitspraak van de rechter over de huishoudelijke hulp in Dantumadiel. Volgens Van Rijn was die uitspraak geheel in lijn met de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De rechter nam als maatstaf de oude Wmo van 2007, aldus Van Rijn. Niettemin zou Dantumadiel ook zijn teruggefloten wanneer de rechter de Wmo 2015 hebben toegepast, zo benadrukt de staatssecretaris: ‘In de Wmo 2015 is het beginsel van de individuele afweging op basis van een zorgvuldig onderzoek juist nog steviger verankerd’, aldus de bewindsman.

Nieuwe Wmo

Uit de nieuwe Wmo volgt volgens Van Rijn dat gemeenten niet zomaar burgers, die om huishoudelijke hulp vragen, mogen doorsturen naar een algemene voorziening, zoals een was- en strijkservice. ‘Elke aanvraag voor huishoudelijke hulp moet worden gevolgd door het wettelijk voorgeschreven onderzoek. Om een zorgvuldige afweging en besluitvorming voor de cliënt te waarborgen’, aldus Van Rijn.

Heb je Zorg + Welzijn magazine al eens gelezen? Blader hier een van onze nummers door >>
En we hebben een mooi aanbod voor je: nu meer dan 40% korting op een abonnement >>