Janny Bakker-Klein, voorzitter van de Raad van Bestuur van Movisie, deed in 2018 onderzoek naar dit onderwerp. Formeel klopten veel beleid en regels wel, maar in de dagelijkse praktijk vormden ze vaak juist een belemmering, concludeerde ze in haar promotieonderzoek ‘Anders kijken’.
Regels, wetten, procedures
Rakhorst en Van der Grijp beamen die conclusie; zij lopen in de praktijk vaak tegen regels, wetten en procedures aan en verliezen daardoor soms kostbare tijd. Ze werden een tijdlang geschaduwd voor het onderzoek van Bakker-Klein en verschillende casussen uit hun dagelijkse praktijk komen terug in de publicatie. Van der Grijp is procesregisseur persoonsgerichte aanpak, interventiespecialist en vertrouwenspersoon voor (onder andere) de gemeente Huizen, Blaricum, Eemnes, Laren en Zaanstad. Rakhorst is ook interventiespecialist en vertrouwenspersoon, voor dezelfde gemeenten. Samen richtten zij Stichting Reindert op, om invulling te geven aan die werkzaamheden.
Zwaarste doelgroepen
‘We werken met de zwaarste doelgroepen, van criminelen en verslaafden tot jongeren en volwassenen die voor overlast zorgen, en proberen hen verder te helpen’, vertelt Rakhorst. ‘We zijn geen zorgverleners, maar brengen mensen tot het punt dat ze weer openstaan voor hulp en zorg. Als dat goed gaat, kunnen zorgprofessionals hun werk dus weer doen.’ Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, vult Van der Grijp aan. Er komt namelijk veel kijken bij hun werkzaamheden. Van een open en oordeelvrije houding tot het bieden van vertrouwen, veiligheid en duidelijkheid. ‘Voor sommige mensen kunnen wij niets betekenen, die kiezen bijvoorbeeld bewust voor de criminaliteit of zijn extreem verslaafd’, zegt hij. ‘Maar bij een groot deel van deze doelgroep zijn er nog genoeg kansen op verbetering.’
Snelheid en flexibiliteit
Snelheid en flexibiliteit zijn belangrijke factoren in het grijpen van die kansen. Met name op dat gebied stuiten Van der Grijp en Rakhorst nogal eens op belemmerend beleid. Van der Grijp geeft een voorbeeld: ‘We werkten met een drugsverslaafde jongen, die al jaren een probleem was voor de gemeente. De politie vond hem op een bepaald moment met waspoeder in zijn neus, omdat hij dacht dat het cocaïne was. Daarnaast had hij een aantal Viagra-pillen in zijn broekzak, wat op een seksverslaving wees. Na een aantal weken had ik hem zover dat hij mee wilde werken aan dagbesteding en verslavingszorg, een belangrijke stap op de participatieladder. Op dat soort momenten is het belangrijk om snel te schakelen en ervoor te zorgen dat die jongen meteen aan de slag kan. Maar helaas, we stuiten dan op allerlei aanvraagprocedures, die weken in beslag nemen en soms zelfs roet in het eten gooien. Dat is echt zonde. Dit zijn mensen die ontzettend veel trauma en wanhoop achter de rug hebben. Als die gemotiveerd zijn om te veranderen, is het belangrijk om meteen door te pakken.’
‘Inwoners moeten veelal in het systeem passen, maar er zullen altijd een aantal inwoners zijn die in geen enkel systeem passen. Met snelheid en flexibiliteit kun je veel van hen toch bereiken’, voegt Rakhorst toe.
Maatwerk bieden
Juist in dat soort situaties is het belangrijk dat gemeentes flexibel zijn, vervolgt Rakhorst, zodat maatwerk geboden kan worden op het moment dat het nodig is. Hij geeft ook een voorbeeld: ‘Ik had te maken met een jongen die weggelopen was van huis en al jaren rondzwierf. Toen hij zich bij ons aanmeldde, moest hij een adres opgeven. Maar hij was dakloos en de relatie met zijn moeder was zo slecht dat hij haar adres ook niet op wilde geven. We hebben hem daarom tijdelijk in een caravan gehuisvest, zodat hij wel een adres had. Die caravan stond alleen net buiten de gemeentegrenzen, waardoor de gemeente meteen (volgens beleid) zijn uitkering stopzette. In dit soort gevallen helpt een beetje flexibiliteit vanuit de gemeente enorm. We hebben die jongen eindelijk in beeld. Het zou zonde zijn als we hem weer uit het oog verliezen om bureaucratische redenen.’
‘Op dit soort momenten moet er draagvlak zijn vanuit de gemeente. We hebben de bestuurders soms keihard nodig om maatwerk te bieden en tot doorbraken te komen’, vult Van der Grijp aan. ‘Een telefoontje van de burgemeester of wethouder kan dan net even helpen.’
Anders kijken
Wat moet er anders? Rakhorst wijst op succesvol beleid van de gemeente Huizen, dat laat zien hoe het anders kan: ‘Daar beschikken wij over een budget, die ons de vrijheid geeft om eigen investeringen te doen. Met andere woorden: we kunnen onze cliënten snel bieden wat ze nodig hebben, zonder aanvraagprocedures te doorlopen. Dat helpt enorm.’
Van der Grijp pleit er daarnaast voor dat ambtenaren op een andere manier naar dit soort casussen leren kijken. ‘Redeneer niet vanuit beleid, maar vanuit de inwoners’, zegt hij. ‘Probeer te begrijpen waar ze vandaan komen en wat ze nodig hebben. En probeer vervolgens de flexibiliteit in te bouwen die nodig is om dat ook te kunnen bieden. Soms moeten professionals even buiten de lijntjes kleuren om de beste hulp te kunnen bieden. Zorg dat daar ruimte voor is.’
Niet lullen, maar poetsen
‘Begrijp ons niet verkeerd: we hebben regels en procedures keihard nodig. Maar ze moeten niet altijd leidend zijn. Soms is ‘niet lullen, maar poetsen’ de beste oplossing’, besluit Rakhorst. Van der Grijp: ‘Precies, we zijn z’n allen een beetje doorgeschoten in het vele denken, in plaats van dingen gewoon te doen.’