In het najaarsoverleg van 2002 zijn afspraken gemaakt
over een extra uitkering voor mensen die langdurig van een minimumuitkering
moeten rondkomen. Het rijk stelde twintig miljoen euro beschikbaar, de
zogenaamde Langdurigheidstoeslag, om het gemeentelijke beleid op dit punt te
intensiveren. De afspraken uit het najaarsakkoord zijn destijds nader uitgewerkt
met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De opdracht aan de gemeenten
luidde om in 2003 een extraatje van 450 euro aan gezinnen te geven, 400 euro aan
alleenstaande ouders en 320 euro aan alleenstaanden. De regering leverde een
deel van het benodigde geld. De gemeenten werden geacht de rest bij te passen,
maar zijn daartoe niet dwingend verplicht.
Uit onderzoeken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
GroenLinks blijkt nu dat zeven procent van de gemeenten de extra uitkering niet
betaalt. Emmen is één van deze gemeenten. Verschillende inwoners van de gemeente
hebben teleurgesteld gereageerd op het uitblijven van het beloofde extraatje.
Volgens beleidsmedewerker Mirjam Blaak zijn deze mensen er onterecht van uit
gegaan dat ze het geld zouden krijgen. ‘We bekijken per jaar of er extra geld
beschikbaar is en hebben in 2003 besloten geen extraatje uit te keren. Gemeenten
waren ten slotte ook niet verplicht dit te doen. Volgend jaar komt er extra geld
in een zogenaamd participatiefonds, maar daarover zijn nog geen vastomlijnde
plannen.’
Hoogeveen stond ook op het lijstje van GroenLinks met daarop gemeenten die
niet uitgekeerd hebben. Dit is volgens woordvoerder Alies van der Woude niet
terecht. ‘Gemeenten kregen van het kabinet een beperkte keuzevrijheid voor de
besteding van het extra geld. De gemeente Hoogeveen heeft ervoor gekozen om met
het extra geld de bijdrage voor duurzame gebruiksgoederen in 2003 te verhogen.
Daarnaast is uit het bestaande budget de bijdrage voor schoolgaande kinderen
éénmalig verhoogd. We hebben het geld dus verwerkt in een andere uitkering.’
Maar dat was niet de afspraak, zegt GroenLinks-woordvoerder Olaf van der Gaag.
‘Het geld zou extra uitgekeerd worden, niet ter vervanging van een andere
uitkering. Dan krijg je situaties dat geld naar bijvoorbeeld schuldsanering is
gegaan, terwijl lang niet alle mensen uit de doelgroep schulden hebben. Zij
hebben hier dus niets aan. Gemeenten noemen de afspraak vrijblijvend, maar er
zijn harde toezeggingen gedaan. Het bedrag stond vast en maar liefst 62 procent
van de onderzochte gemeenten heeft minder dan de helft uitgekeerd.’
‘Natuurlijk is het jammer dat niet alle gemeenten zich aan de afspraak
hebben gehouden, maar wij vinden het een mooie score dat 93 procent van de
gemeenten wel heeft uitgekeerd,’ zegt Jacqueline Hagman van het ministerie van
Sociale Zaken. ‘Met name omdat aan de gemeenten zelf ook een forse bijdrage is
gevraagd.’ Ook de VNG is tevreden met dit percentage, maar vindt het wel jammer
dat niet alle gemeenten de morele plicht voelden. Gemeenten zijn in het kader
van de Wet Werk en Bijstand dit jaar verplicht inwoners die langdurig op
minimumniveau leven extra te ondersteunen. Dit gebeurt niet categoriaal, maar op
basis van individuele beoordelingen.