Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Beoogd Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk over regie in de zorg: ‘Gemeente mag best burgerlijk ongehoorzaam zijn’

'Ik laat me niet door de tucht van de markt vertellen hoe de zorg wordt geregeld,' stelt Rob Oudkerk. Op dit moment is hij nog PvdA-woordvoerder gezondheidszorg in de Tweede Kamer. Na de vorming van het college van Burgenmeester en Wethouders wil hij wethouder sociale infrastructuur in Amsterdam zijn. Volgens Oudkerk moet de gemeente de regie gaan voeren over de gezondheidszorg.

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart hoopt de PvdA’er Rob Oudkerk de Amsterdamse wethouder sociale infrastructuur te zijn. Onder deze noemer wil hij de zorg, onderwijs, werkgelegenheid en inkomen samenbrengen.

Rob Oudkerk huisarts-politicus

De huisarts-politicus zegt ‘politiek herkenbare portefeuilles’ te willen. ‘Alles hangt met elkaar samen. Mensen met werk en goed opgeleide mensen doen minder een beroep op zorg. Als je kinderopvang goed regelt, krijg je meer mensen aan het werk in de zorg. Wat is er op tegen om dat in de handen van één man of vrouw te geven? Dat is politiek herkenbaar en ik vind dat heel normaal. Zo moet er ook een wethouder infrastructuur komen en een wethouder voor veiligheid.’

PvdA’er Rob Oudkerk over nieuwkomer Fortuyn

Daarnaast heeft Rob Oudkerk een aversie tegen ‘de tucht van de markt’. Hij wil dan ook een gemeentelijke regie voor de gezondheidszorg. Wat vindt de PvdA’er van radicale ideeën van de politieke nieuwkomer Pim Fortuyn? Deze wil twee jaar niet investeren in de zorg en eerst de sector op orde brengen. ‘Dat kan niet. We krijgen steeds meer ouderen die zorg nodig hebben. Daarvoor hebben we dus meer verpleegkundigen en verzorgenden nodig. Paars-1 heeft in het begin de gezondheidszorg te weinig geld toebedeeld, dat was fout.

Maar door niet meer te investeren, maak je van de zorg nog een grotere puinhoop.’ Ook het pleidooi voor eigen bijdragen voor patiënten verwijst Oudkerk naar de prullenmand. ‘Dat hebben we van de medicijnknaak en het specialistengeeltje geleerd. Je brengt de toegankelijkheid van de zorg voor lagere sociaal-economische klassen in gevaar.’ Tevens wil Fortuyn het overmatig medicijngebruik door – wat hij noemt – ‘onderklasse-allochtonen’ onderzoeken, maar Oudkerk vindt dat overbodig.

Rob Oudkerk

‘Dat hebben we al gedaan. We weten al dat lagere sociaal-economische klassen meer zorg consumeren, gewoon omdat ze ongezonder zijn. We moeten het niet onderzoeken. We moeten er iets aan doén, zodat ze niet gemiddeld vijf jaar eerder doodgaan en twaalf jaar langer ziek zijn.’ Over de beoordeling van het management zijn de politici het meer met elkaar eens. Dat Fortuyn de bezem wil halen door het management lijkt veel op Oudkerks uitspraken over ‘clusterklungels’, de zorgmanagers. ‘Als Fortuyn zegt ‘stofkam daar doorheen’, dan pleegt hij plagiaat. Dat heb ik drie jaar geleden ook al gezegd. Van Marcel van Dam (voorzitter van de Wachtlijstbrigade, red.) kreeg ik het bewijs. Uit zijn onderzoek naar de wachtlijsten in de ouderenzorg blijkt opnieuw dat er veel mis is met de managementcultuur.’

Niek Klazinga, hoogleraar Sociale Geneeskunde, pleitte er onlangs voor dat de gemeente de regie in de zorg moet nemen. U vond zijn aanbevelingen terecht.

‘Sterker nog, ik wil dat in het gemeente-akkoord vastleggen. De financiering van de gezondheidszorg loopt via de premies, we financieren dat niet vanuit de gemeente. Wel een beetje voor de gehandicapten en een beetje voor de daklozen. Ik wil van al die verschillende potjes af. Een daklozentehuis krijgt geld van de AWBZ èn van de gemeente. Dat is gewoon niet werkbaar. Ik wil één bron, uit premiegeld of belastinggeld. Ik wil dat de gemeente op grond van haar kennis van wijken en zorg, over daklozen, psychiatrie, ziekenzorg en huisartsen, zegt: wij nemen hier de regie. Dat betekent dat wij samen met de verzekeraar bepalen hoeveel huisartsen er in die buurt komen, hoeveel tandzorg, hoeveel ouderenzorg, enzovoort.

‘Het is te idioot voor woorden dat de gemeente wel gaat over de gehandicapten via de Wet Voorzieningen Gehandicapten, en niet over de chronisch zieken, want dat gaat weer via de AWBZ. Je kan een bevolking toch niet onderverdelen in financieringsstromen? Als iets niet mag van de AWBZ, dan ben ik een voorstander van lichte burgerlijke ongehoorzaamheid. We gaan geen illegale dingen doen. Maar als wij het in Amsterdam goed regelen, en dingen die eigenlijk niet mogen vinden burgers beter dan voorheen, dan ìs het toch beter? Ik ga niet op Den Haag wachten, ik heb hier acht jaar gewerkt. Dan zijn we weer zes jaar verder.’

Hoe ziet die regie er dan concreet uit?

‘Heel simpel. Je kan als college gewoon zeggen: hoezo Slotervaartziekenhuis naar Almere? Dat doen wij niet. (De beslissing over het voortbestaan van het kleinschalige Amsterdamse ziekenhuis, dat met sluiting wordt bedreigd, is vijf jaar uitgesteld, red.) Als de gemeente deze tweedelijns voorziening in deze buurt in Amsterdam wil behouden, dan gaat de gemeente dat ook bewerkstelligen. Wil de ziektekostenverzekeraar het ziekenhuis wel opheffen, dan hebben we dus een groot bestuurlijk probleem.

Ik vind dat er een kleinschalige, laagdrempelige, goed geoutilleerde tweedelijns voorziening op het terrein van dit ziekenhuis moet komen. Niet onder regie van het grotere VU-ziekenhuis, maar onder regie van zichzelf. Het vorige college zei: we hebben geen bevoegdheden, kijk maar naar de financieringsstromen, dus kunnen we die verantwoordelijkheid ook niet nemen. Ik ben van een andere politieke generatie. Ik zeg: scheid de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden. Iemand die de bevoegdheid niet heeft, kan toch de verantwoordelijkheid hebben om het te regelen.’

Het kabinet wil de regie aan de markt wil overlaten. De zorgverzekeraar dwingt sluiting van het Slotervaartziekenhuis af. Hoe kan de gemeente daar wat aan doen?

‘Niet helemaal waar. Het kabinet wil andere dingen op dat terrein onder regie van het VU-ziekenhuis. Maar de gemeente is vanwege de Wet op de Collectieve Preventie, naast bijvoorbeeld consultatiebureaus, ook verantwoordelijk voor voldoende preventieve zorg voor de bevolking. Deze wet kan ik gebruiken om te zeggen: het weghalen van deze tweedelijns voorziening betekent dat sommige mensen niet meer goed preventief geholpen kunnen worden. Die wet biedt veel meer mogelijkheden voor gemeentes dan ze nu nemen. Ik ga de randen van het ravijn van de wet opzoeken. Gemeenten kunnen ook met het Gemeentefonds bepaalde dingen doen. En er zijn wetten genoeg die ik kan gebruiken om de formalisten te bevechten.’

Daarnaast bent u gecharmeerd van kleinschaligheid?

‘Ja, ik ben voor kleine ziekenhuizen. Gezondheidszorg haal je om de hoek. Ik heb in de Tweede Kamer een rem op fusies weten te bewerkstelligen. We willen geen rare fusies, rare grootschaligheid, niet opgaan in de massa. Het mooie van kleinschalige voorzieningen is dat je zodanig met huisartsen in de buurt kunt samenwerken dat als er specialistische zorg nodig is, dat je even in de buurt kunt worden gezien, of kort wordt opgenomen om erger te voorkomen. Alle specialistische zorg kan verder naar twee grote Amsterdamse ziekenhuizen, het AMC en de VU.’

Over de ‘randstadtoeslag’ om verpleegkundigen te werven. U bent ervoor, maar Borst zegt dat ze het niet kan betalen. Wat kan de gemeente daaraan doen?

‘Met de grote en middelgrote steden moet je rijk, provincie, verzekeraar, instellingen bij elkaar halen en daarvoor een oplossing zoeken. Iedereen betaalt bijvoorbeeld twintig procent. Het wonen en het parkeren is hier gewoon duurder. En Amsterdam moet dat niet alleen doen, want dan heeft Rotterdam er weer last van.’ Marktwerking zou volgens Oudkerk voor het probleem van de personeelstekorten funest zijn. ‘Dan gaan de prijzen omhoog en de kwaliteit omlaag. Ik reik de verzekeraars de helpende hand, ik wil het samen doen. Maar ik laat me niet door de tucht van de markt vertellen hoe de zorg wordt geregeld.’

Een van de problemen die u erft, zijn de psychiatrisch daklozen. Uw voorgangster Guusje ter Horst kwam er niet uit.

‘Als huisarts zie ik dat negentig procent in de daklozencentra pure psychiatrie is. We moeten het beestje bij de naam noemen. Als zo’n instelling moeilijkheden heeft met de financiering is dat raar, want het zijn eigenlijk dagopnames die door de AWBZ betaald zouden moeten worden. Dat is dus weer een regieprobleem. Iedereen vecht om het bij iemand anders op het bordje te krijgen, dan kost het geen geld. Daar moeten we in Amsterdam vanaf. Daklozen waarbij het gaat om pure psychiatrie, moeten in het psychiatrische circuit worden opgevangen. Niet in politiebureaus, niet in daklozencentra. Daar wil ik een eind aan maken.’/Martin zuithof

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.