Bij beslag op een bankrekening van een schuldenaar moet een deel van het tegoed gevrijwaard worden. Zodat de schuldenaar in zijn levensonderhoud, en dat van het gezin, kan voorzien. Dat is de kern van het wetsvoorstel van minister Dekker. ‘Als iemand zijn schulden niet betaalt, mag een schuldeiser maatregelen nemen om zijn geld terug te krijgen. Maar dat moet niet zover gaan dat mensen geen kant meer op kunnen en onder het bestaansminimum terechtkomen.’
Beslagvrije voet
De zogenoemde “beslagvrije voet”, het deel van het inkomen dat gevrijwaard moet blijven van schuldeisers, geldt al voor het beslag op loon of uitkering, maar nog niet voor bankrekeningen. Dat betekent dat als het loon op de bankrekening wordt gestort, een schuldeiser alsnog beslag kan leggen op dat geld. Dat kan schuldenaren alsnog in grote problemen brengen omdat ze niets overhouden om van te leven.
Inboedel
Overigens kan een schuldeiser ook beslag leggen op roerende zaken, zoals een auto of waardevolle spullen uit de inboedel. In het wetsvoorstel is opgenomen dat ook dit beslag niet mag leiden tot voor de schuldenaar onaanvaardbare gevolgen. Bijvoorbeeld dat hij of zij niet meer naar het werk kan op de fiets. Er bestaat een lijst van spullen die buiten het beslag blijven, die wordt aangepast.
Veiling
Verder moeten in beslag genomen spullen efficiënter en transparanter verkocht worden. Tot nu toe gebeurde dat via een zaalveiling. In het voorstel stelt de minister voor om dat meer via internet te oden. Dan is de verkoop voor een breder publiek bereikbaar en zijn er minder kosten en een hogere opbrengst mogelijk.
Schuldhulpverlening
Het wetsvoorstel is door minister Dekker ter advisering doorgestuurd naar een tiental organisaties die betrokken zijn bij schuldhulpverlening en uitvoeren van beslaglegging, zoals de gemeenten, de vereniging van deurwaarders, maar ook de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren NVVK.