Voorafgaand aan de plaatsing van een adoptiekind doorlopen de ouders een heel traject, maar na de plaatsing is er nauwelijks meer bemoeienis door jeugdinstanties, tenzij de ouders daarom vragen. De Inspectie voor de Jeugdzorg vindt dat er zo onvoldoende zicht is op het adoptiekind, waardoor ontwikkelingsachterstanden of andere problematiek niet tijdig worden gesignaleerd.
Speciale zorg
Doordat de heel jonge, gezonde kinderen vaker bij adoptieouders in eigen land terecht komen, ontfermen de Nederlandse ouders zich steeds meer over oudere kinderen met een speciale zorgbehoefte. Van het aantal kinderen dat in 2012 is opgenomen, heeft 57% een speciale zorgbehoefte (Special Need). Zij hebben operaties of therapie nodig, een verhoogd medisch risico of een blijvende aandoening.
Eigen land
Het aantal kinderen dat uit het buitenland wordt geadopteerd, daalt de afgelopen jaren, zo blijkt uit cijfers van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De afgelopen twee jaar ligt dat aantal rond de 500 kinderen. China blijft nog steeds het grootste land van herkomst van de adoptiekinderen. Maar door de explosieve economische groei in dat land is de levensstandaard gestegen en worden meer kinderen in eigen land geadopteerd. Ook zijn er meer mensen toegetreden tot het Haags Adoptieverdrag waardoor kinderen meer en meer in eigen land kunnen worden geadopteerd.
Gemeente
De adoptienazorg zal in het kader van de decentralisatie van de zorg voor jeugd vanaf 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen. Van Rijn pleit voor meer samenwerking tussen de Jeugdgezondheidszorg en gespecialiseerde zorg. Hij pleit voor een handreiking waarin staat hoe de risico’s die voorafgaand aan de adoptie gesignaleerd zijn, op een goede manier worden overgedragen.