Dat blijkt uit onderzoek van Ad Kerkhof en Annemiek Huisman van de Vrije Universiteit. Kerkhof en Huisman wilden met hun onderzoek drie vragen beantwoorden: Zou deelname aan wetenschappelijk onderzoek het suïciderisico van participanten kunnen verhogen? Zouden participanten op het idee van suïcide gebracht kunnen worden door vragen te stellen over hun suïcidaliteit, en zou dit suïcidaal gedrag kunnen uitlokken? Is een veiligheidsprotocol gewenst?
Suïcidale neigingen
Om deze vragen te beantwoorden, onderzochten Huisman en Kerkhof de effecten van het opnemen of uitsluiten van mensen met suïcidale neigingen in wetenschappelijk onderzoek. Ook gingen ze na of vragen over suïcidaliteit negatieve effecten hebben bij mensen van wie bekend is dat ze suicidale gedachten hebben. De conclusies die ze trokken, zijn gebaseerd op analyses van gegevens uit drie grote databases met daarin 1040 studies die betrekking hebben op suïcidaliteit, depressie en psychische stoornissen. Aan de 1040 studies deden in totaal 180.000 deelnemers mee.
Ontregeling
Na hun analyse kunnen de onderzoekers concluderen dat deelname van mensen met suïcidale gedachten aan onderzoek het suïciderisico niet verder verhoogt. ‘Uiteraard zijn er omstandigheden waarin het onverantwoord zou zijn sterk ontregelde suïcidale patiënten, bijvoorbeeld tijdens psychotische episodes met suïcidale bevelshallucinaties, in onderzoek naar (nieuwe) behandelingen op te nemen. Dat spreekt voor zich. Het heeft dan vooral te maken met de ontregeling, die een praktische belemmering vormt om deel te nemen aan zowel behandeling als aan wetenschappelijk onderzoek.’ Aldus Huisman en Kerkhof.
‘Wie op oudere leeftijd suïcide pleegt, heeft vaak al op jonge leeftijd gedacht aan suïcide en soms ook pogingen gedaan. Wil je preventief werken, moet je dus vroeg beginnen.’ Dat zegt Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Lees meer >>
Preventie
Verder concluderen ze dat in geen enkele studie een verhoging werd gevonden van suïcidale gedachten, wensen, plannen en handelingen na het stellen van vragen. ‘Wel wordt gerapporteerd dat door kleine aantallen respondenten, tussen de nul en tien procent afhankelijk van de vragen en de patiëntengroep, de vragen over de eigen suïcidaliteit als confronterend en/of licht onprettig worden ervaren. Maar in deze gevallen gaven respondenten aan dat ze de vragen toch relevant vonden en waardevol gezien de betekenis van het onderzoek voor de preventie van suïcide.’
Imitatie-effect
Huisman en Kerkhof zijn zich er bewust van dat uit eerdere onderzoeken blijkt dat er soms sprake kan zijn van een imitatie-effect. ‘Deze imitatie-effecten treden vooral op bij suïcides van beroemdheden die tot veel media-exposure leidden. Als gevolg van deelname aan wetenschappelijke onderzoek is een dergelijk imitatie-effect echter nog niet aangetroffen. In wetenschappelijk onderzoek zijn onderzoekers juist vanwege hun vragen in staat een mogelijke toename in suïcidaliteit op te merken en hierop actie te ondernemen.’