Ze schamen zich er eigenlijk een beetje voor dat de
organisatie van de Buurt Sport Spelen in het Brabantse Oudheusden tijdelijk op
een laag pitje staat. De projectleider vond onlangs een nieuwe baan, ‘net nu het
zo lekker begon te lopen’. Maar betrokken coördinator van de welzijnsstichting
Kwadrant Wilma Gevers en opbouwwerker Marjo Bruijnzeel laten zich door zijn
vertrek niet ontmoedigen. Integendeel. Gevers: ‘We hebben tot nu toe
verschillende spelen georganiseerd. We hebben met eigen ogen gezien dat de
formule aanslaat. Het zou wel heel jammer zijn dat we moeten opgeven wat we tot
nu toe hebben bereikt. Dat gaat als het aan ons ligt ook niet gebeuren. We
hebben wat activiteiten uitgesteld, maar een nieuwe projectleider hebben we vast
zo weer gevonden.’ Opbouwwerker Marjo Bruijnzeel zegt desnoods tijdelijk extra
taken op zich te willen nemen om de bevolking van de wijk Oudheusden aan de
Buurt Sport Spelen te houden. ‘We zouden wel gek zijn als we de contacten die we
inmiddels hebben opgebouwd weer laten schieten’, zegt ze.
Afgelopen mei vond in Oudheusden de eerste kennismakingsmanifestatie
plaats. Er waren verschillende activiteiten georganiseerd zoals
pleintjesbasketbal, wandklimmen en straatvoetbal. Een kar met een dweilorkest
trok de straten door om de bewoners uit hun huizen te krijgen. ‘De mensen wisten
niet wat ze overkwam, ze waren helemaal niet gewend dat er iets voor hun werd
georganiseerd’, zegt Gevers. ‘Oudheusden is wat je noemt een sociaal zwakke
wijk. Er wonen veel mensen met lage inkomens en mensen van verschillende
nationaliteiten die veelal geen contact met elkaar hebben. Er zijn weinig
voorzieningen en de ontevredenheid is groot. Daarom hebben we samen met de
gemeente juist deze wijk voor de Buurt Sport Spelen uitgekozen.’Marjo
Bruijnzeel: ‘De ontevredenheid heeft ook te maken met het feit dat de gemeente
de laatste jaren veel geld heeft gepompt in het opknappen van het centrum van
historisch Heusden. Dat moet toeristen naar het stadje trekken. “Daar hebben ze
wel geld voor over, maar voor onze wijk niet”, hoor je bewoners vaak zeggen.
Toen we vertelden dat we Buurt Sport Spelen in hun wijk wilden organiseren,
geloofden ze dat eerst niet. Wedden dat dat toch niet lukt’, zeiden
velen.’Wedden van wel’, antwoordde ik dan.’
Kommer en kwel
Het is nadrukkelijk de bedoeling van de spelen dat de bewoners meedoen aan
de organisatie. Om vrijwilligers te vinden maakte Bruijnzeel gebruik van de
contacten die ze sinds januari als opbouwwerker had opgedaan. Ook de
plaatselijke jongerenwerker werd ingeschakeld om de spelen onder de aandacht te
brengen van de jeugd. Uiteindelijk lukte het Bruijnzeel twaalf vrijwilligers
enthousiast te krijgen om te helpen bij het opzetten van de spelen. ‘Al moest de
energie daarvoor soms uit mijn tenen komen’, zegt ze.
Inmiddels is er naast de openingsdag al een jeu de boules-toernooi
gehouden, mede georganiseerd door bewoners uit een verzorgingshuis. En een
straathockey-wedstrijd, die vooral aansloeg bij jongeren. Verder staan
boogschieten en beachvolleyball op de agenda. Gevers en Bruijnzeel willen ook in
de winteractiviteiten blijven organiseren en hopen dat ze de spelen naar verloop
van tijd ook in andere Heusdense wijken kunnen presenteren.‘
De gemeente is bezig met het oprichten van een sportraad. Dat toont aan dat
ze het belang inziet van sport’, zegt Gevers. Met het organiseren van dergelijke
sportevenementen, probeer je er op een positieve manier voor te zorgen dat er
meer samenhang komt in de wijk. Dat mensen elkaar leren kennen en beter met
elkaar omgaan. Een toename van de sociale cohesie is natuurlijk moeilijk
meetbaar. Maar sport heeft alles met normen en waarden te maken. Er was
bijvoorbeeld een jongen, die bekendstaat als de schrik van de buurt, die op de
openingsdag jongere kinderen heeft geholpen bij allerlei spelen. Buurtgenoten
maakten hem eens mee van een andere kant. Het gaat erom dat de spelen laten zien
dat het niet allemaal kommer en kwel is.’ Bruijnzeel: ‘En het idee dat er in die
wijk nooit meer iets kan, is weg.’
Draagvlak
De allereerste Buurt Sport Spelen werden vorig zomer uitgeprobeerd in
Beverwijk. De bedenkers van het project waren de Stichting Sport, Tolerantie en
Fair Play Nederland en het Landelijk Centrum Opbouwwerk. Ze hadden hun keus
laten vallen op deze gemeente omdat Beverwijk na rellen met ‘voetbalsupporters’
van Ajax en Feijenoord, waarbij iemand om het leven kwam, wel wat positieve
aandacht kon gebruiken. De spelen sloegen daar goed aan. De organisatoren wilden
vervolgens meerdere gemeenten testen op de formule. Het is de bedoeling om het
project daarna aan te bieden aan alle gemeenten van Nederland. Kees Stuurop,
voorzitter van de Landelijke Centrum Opbouwwerk: ‘Gemeenten krijgen van de
overheid geld voor de stimulering van sport, de zogenoemde breedtesportgelden.
In veel plaatsen zijn ze er nog niet over uit hoe ze dat geld het beste kunnen
besteden. Met ons project kunnen ze die middelen goed terecht te laten
komen.’
Na Beverwijk schreven de initiatiefnemers verschillende andere gemeenten
aan of zij geïnteresseerd waren in het organiseren van deze spelen. Uiteindelijk
rolden Heusden, Venlo en Utrecht uit de bus voor de tweede pilot. Marco van der
Laan, landelijk projectcoördinator van de Buurt Sport Spelen: ‘We wilden het
project in verschillende soorten gemeenten met verschillende soorten structuren
uitproberen. Naast wat kleinere plaatsen, wilden we met Utrecht bekijken hoe de
spelen in een grotere stad uitwerken.’
De organisatoren hadden op basis van de ervaringen in Beverwijk inmiddels
een werkboek gemaakt waarmee de drie gemeenten handvatten kregen aangereikt voor
een goede organisatie van de spelen. Hoofdpunten uit het werkboek: Gemeente en
welzijnsinstelling moeten samenwerken en het bedrijfsleven en sportverenigingen
moeten betrokken worden. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de spelen door de
buurtbewoners zelf worden georganiseerd en binnen de activiteiten moet het
accent komen te liggen op fair play, waarmee de organisatoren tolerant gedrag
willen stimuleren. Deelnemers aan de spelen kunnen punten verliezen als ze hun
teamgenoten of tegenstanders agressief of niet sportief bejegenen.
De spelen vallen of staan echter met een sterk lokaal draagvlak. Dat blijkt
tevens de lastigste opgave, zo leren met name de ervaringen uit Utrecht. In
Oudheusden lukte het na enige moeite vrijwilligers aan te trekken en in Venlo
ging dat zelfs redelijk makkelijk. Maar in Utrecht verloopt dat proces moeizaam.
De spelen zijn daar uitgesteld tot 8 oktober. De eerste projectleider vertrok
omdat ze het niet meer zag zitten op kort termijn vrijwilligers te regelen.
Wijkaccountmanager bij de Dienst Maatschappelijke Opvang en coördinator van het
project in Utrecht Kees van Engelenhoven: ‘Onze keuze voor de wijken in
Zuid-Oost hebben het proces niet vergemakkelijkt. Veel buurten hier kampen met
een hoge werkloosheid, verloedering en onveiligheid. Toen de eerste
projectleider ging praten met buurtcomités en –verenigingen, bleek dat veel
bewoners niet direct enthousiast worden bij de gedachte aan Buurt Sport Spelen.
“Wat hebben wij aan zulke spelen, kijk naar onze wijk, wij hebben belangrijker
dingen nodig’, zeiden sommige bewoners. De comités en verenigingen hangen zelf
vaak ook als los zand aan elkaar.’
Het was even spannend of Van Engelenhoven wel iemand zou vinden die de taak
van projectleider zou willen overnemen. Een paar weken geleden vond hij Maureen
Alvarez bereid. Alvarez runt een projecten- en organisatiebureau en heeft
menigmaal voor de gemeente evenementen georganiseerd, ook in de wijken waar de
Buurt Sport Spelen zullen plaatsvinden. ‘Ik heb zeven weken om de spelen te
organiseren. Het wordt dus een bliksemactie’, zegt ze. ‘Het verschil met andere
evenementen is dat ik nu de bevolking moet betrekken in de organisatie, maar ik
denk ze te kunnen overhalen. Vooral door te benadrukken dat ze kunnen helpen de
buurten ook eens in een positief daglicht te stellen. Want er zijn al zoveel
problemen geweest met de jeugd. Deelnemers moeten vooral zelf kiezen welke
activiteiten er worden georganiseerd. Sommige moslimvrouwen hebben bijvoorbeeld
al aangegeven dat ze graag een vrouwentent willen in de buurt van de
activiteiten voor de jonge kinderen. Het is belangrijk om voor verschillende
bewoners de drempel te verlagen. Ik wil niet teveel van ze verwachten. Het is
vooral belangrijk dat bewoners komen genieten. Voor een pilotproject moet je
soms een formule aanpassen, helemaal als het om een wijk gaat in een grote
stad.’
Van Engelenhoven is blij dat de spelen kunnen worden doorgezet. ‘Ik geloof
zeker dat Buurt Sport Spelen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de sfeer in
een wijk’, zegt hij. ‘En nieuwe initiatieven zijn nodig, omdat in Zuid-Oost niet
heel veel bijzonders gebeurt op sociaal-cultureel gebied. Maar ik vind dat we
moeten nadenken over een betere vorm. Het moet voor de bewoners duidelijker
worden wat ze aan die spelen hebben. Wellicht helpt het als er een beloning aan
vast zit. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een geldprijs die de buurt in de wacht
kan slepen voor het opknappen van een plantsoen.’
Leefbaar
In tegenstelling tot Utrecht en Heusden was het in Venlo makkelijker
vrijwilligers bereid te vinden mee te helpen. ‘Wij hebben bewust gekozen voor
haalbaarheid door te kiezen voor drie wijken waar al een goed netwerk bestond
tussen gemeente, welzijnswerk en buurtbewoners. Daar zaten ook twee
achterstandswijken bij’, zegt Ed Claassen, medewerker sportstimulering bij de
gemeente Venlo. ‘Ook vrijwilligers van sportverenigingen hielpen tijdens de
spelen. Wij willen wijken met minder goede netwerken in de toekomst zeker niet
ontwijken. Je kunt een buurt met minder goede contacten koppelen aan een buurt
met een goed netwerk.’Marco van der Laan: ‘De bedoelingen van de pilots is
dat we leren uit de praktijk. Dat hebben we met de projecten zeker gedaan. Maar
naast de enkele obstakels, hoor je steeds weer dat betrokkenen de spelen de
moeite waard vinden. Sport kan bijdragen aan een grotere leefbaarheid in de
wijk.’/Jeannine Westenberg