In 2011 verdienden totaal 2651 mensen bij 493 organisaties meer dan 193.000 euro. Gemiddeld lag hun salaris op 218.783 euro. De komende jaren zal het aantal grootverdieners in overheidsdienst afnemen. Per 1 januari is de Wet Normering Topinkomens in werking getreden. Dat betekent dat bestuurders in de (semi)publieke sector niet meer mogen verdienen dan 130 procent van een ministerssalaris.
Bijgesteld
De leidinggevenden gaan er niet direct op achteruit. De eerste vier jaar blijft het salaris gelijk waarna in de drie volgende jaren het salaris wordt teruggebracht naar de Balkenende-norm. Plasterk had hun inkomen ‘het liefst van de ene op de andere dag’ naar beneden bijgesteld, maar dat mag niet van de wet.
Voorbeeld
Hij zou het een mooi gebaar vinden als topbestuurders vrijwillig sneller zouden teruggaan in salaris. Daarmee zouden ze een voorbeeld voor anderen zijn. Maar Plasterk vindt ook dat er gekeken moet worden of de laag onder de top niet te veel geld mee naar huis neemt. Hij streeft naar een ‘sobere overheid’.
Keurig salaris
Het kabinet wil dat uiteindelijk iedereen in (semi)overheidsdienst niet meer dan een minister gaat verdienen. Dat is 144.000 euro en ‘een keurig salaris’, aldus de bewindsman van PvdA-huize. Dat zal nog wel even duren, maar hij hoopt dat toch in deze kabinetsperiode te bereiken. Het gaat dan om een ‘paar duizend mensen’.
Dienstauto
De salarissen bij de overheid zijn vanaf de jaren tachtig ‘uit de rails gelopen’. Toen moest er bedrijfsmatiger worden gewerkt, maar als eerste namen topbestuurders volgens hem een dienstauto en als tweede verdubbelden ze hun salaris. ‘Dat moeten we terugdraaien.’
Openbaar
Tot dusver werd gehoopt dat het openbaar maken van inkomensgegevens (vanaf 193.000 euro) tot een daling zou leiden. Maar juist het tegenovergestelde werd bereikt, meent Plasterk. Iedereen ging naar elkaar kijken en wilde net zoveel verdienen als een ander. ‘Daarom hebben we nu een plafond ingesteld.’