‘Even je handen wassen en dan gaan we zo de lunchkar vullen.’ Houdayfa (12) knikt ernstig. Verderop ruimt zijn klasgenoot Ayoub de vaatwasser in. Buiten lopen twee andere klasgenoten met de cliënten van dagcentrum De Elzen in Amsterdam Nieuw-West afval te prikken.
Cordaan
De blikemstage van acht leerlingen van de naastgelegen Johannesschool bij zorginstelling Cordaan is begonnen. Coördinator Agnes Bus van Cordaan heeft de leerlingen welkom geheten en vertelt dat hier dagelijks mensen met een verstandelijke beperking komen om van alles te doen. Sporten, kleien, schilderen. De groep achters zijn vervolgens in tweetallen over de verschillende groepen in het dagcentrum verdeeld.
Niet knuffelen
Een meisje, die net nog wat nerveus op haar nagels zat te bijten, kijkt met grote ogen naar een jonge cliënte die binnenkomt en iedereen enthousiast de hand schudt. De elfjarige Qualid – op school een stoer gastje – wijkt deze ochtend geen stap uit de buurt van juf Anne-Marijke. Hij wil niet geknuffeld worden, liet hij zich al ontvallen.
Familie?
Zijn klasgenoten zitten met allerlei vragen. ‘Als je handicapt bent, kun je dan ook weer beter worden?’, wil één van hen weten. Een ander kijkt naar twee cliënten met het syndroom van Down en wil weten of zij misschien familie zijn. Begeleider Matthijs Schoonhoven legt uit dat mensen met het syndroom van Down vaak ook bepaalde uiterlijke kenmerken gemeen hebben.
Onwetendheid
De vragen verbazen Agnes Bus niet. De onwetendheid over mensen met een verstandelijke beperking is groot. Ook bij families met een migratie-achtergrond. Ze merkt dat regelmatig bij familie van cliënten. Pas nog vroeg een Turkse vader wanneer zijn dochter van 35 jaar nu eens haar naam leerde schrijven. ‘Ik heb ‘m voorzichtig verteld dat dat er waarschijnlijk niet inzit, maar dat ze hier wel een cake heeft leren bakken. Helemaal zelf.’ Een moeder wilde weten wanneer haar grote zoon zou kunnen trouwen.
Gebrek aan kennis
Het taboe en de schaamte rondom verstandelijke beperking is groot, evenals het gebrek aan kennis over de Nederlandse zorg. Over dagbesteding, over persoonsgebonden budget. Met uitgeputte mantelzorgers als gevolg. ‘Ik ben dan ook blij dat we hier ook collega’s hebben met een andere achtergrond. Dat helpt in de communicatie met de familie. Om de drempel weg te nemen.’ Cliënt Mohammed schuift net aan tafel. Hij glimlacht. ‘Agnes is lief’, klinkt het.
Werken in de zorg
Vooroordelen wegnemen over de doelgroep, is een één de redenen waarom de zorginstelling drie tot vier keer per jaar meedoet aan de Bliksemstages van JINC. De stages zijn een goede manier om jongeren kennis te laten maken met deze doelgroep én met het werken in de zorg. ‘En voor onze cliënten is het goed dat “de wereld” binnenkomt.’
Resultaat
En niet zonder resultaat. ‘Vorig jaar zijn hier scholieren van een middelbare school voor een bliksemstage geweest en twee meisjes van die groep zijn een zorgopleiding gaan doen en zij lopen nu bij ons stage. Dat is toch mooi?’
Kennismaken
Het is precies wat oprichter Daniël Roos van JINC in 2003 voor ogen had. Hij begon in deze wijk destijds Campus Nieuw-West, bedoeld om kinderen uit wijken met een sociaaleconomische achterstand, waar de werkloosheid vaak hoog is, kennis te laten maken met bedrijven, met de arbeidsmarkt. Inmiddels is de naam veranderd en is JINC uitgegroeid tot een flinke organisatie, actief in het hele land. Met de Bliksemstages, een coachingprogramma en andere trainingen worden jaarlijks 55.000 kinderen bereikt.
Doeners
In de creatieve groep laat cliënte Cloho enthousiast haar strijkkraal-werkstukje aan de leerlingen zien. Haar buurvrouw vertelt hoeveel puzzels ze vorige week wel niet heeft gemaakt. Twee leerlingen van de school schuiven aan bij de kleitafel.
High five
Anne van Hogendorp van JINC is vandaag ook bij de bliksemstage van de Johannesschool. ‘De leerlingen zijn hier maar kort, maar er gebeurt wel echt iets in die paar uur.’ Ze wijst naar de twee jongens die nu in de keuken meehelpen alsof ze hier dagelijks staan. Houdayfa: ‘Ik vond het vanmorgen wel spannend, maar nu is het eigenlijk wel leuk hier. Ik heb net een jongen al een high five gegeven.’ Of dit werk later iets voor hem zou zijn? ‘Ik wil de ICT in.’
Echte doeners
Andere leerlingen uit deze groep 8 zijn vandaag ‘op stage’ bij een kantoor van de gemeente. Ook leerkracht Anne-Marijke is enthousiast. ‘Sommige kinderen zijn echte doeners. Ze vinden het heerlijk om hier mee te helpen. En ik vind het ook erg goed dat ze vandaag zien en leren dat mensen met een verstandelijke beperking ook ‘gewone’ mensen zijn.’