Daar moet ik opeens aan denken, als ik langs de school op het terrein van mijn broers instelling loop. Ik ben er voor de vrijwilligersdag. ‘Hee Jalbert!’ roep ik als ik bij hem ben. Hij draait zich om naar mijn stemgeluid en lacht. Ik loop op hem af en geef hem een knuffel. Hij zoekt mijn hoofd, om vanaf daar in één keer naar mijn neus te gaan. Het ‘Ik heb je neus’-spel is voor hem nog steeds een giller. Ik gun hem zijn lolletje.
Als hij van de lach bekomen is, vraag ik: ‘Is Ruud er niet?’ Ruud was de eerste vrijwilliger die Jalbert helemaal zelf regelde, vlak na mijn vaders overlijden. ‘Jawel,’ antwoordt Jalbert, ‘maar hij was iets vergeten in zijn logeerkamer, hij komt zo terug.’ Dan verschijnen opeens ook twee andere vrijwilligers: Wouter en Hank. Zij wonen net als Jalbert ‘beschermd’, en dus moest ik wel even nadenken toen hij voor de eerste keer met ze kwam aanzetten. Jalbert begreep mijn aarzeling niet: zij konden zien, dús konden ze hem begeleiden. Nadat er goede afspraken waren gemaakt, konden ze met Jalbert op pad gaan.
‘Jalbert, had je niet even kunnen zeggen dat je al drie vrijwilligers had uitgenodigd?’, vraag ik geïrriteerd, en denk aan wat ik vandaag mis: een relaxed boottochtje door de Leidse grachten. Ik kijk naar de tafeltjes om ons heen: iedere bewoner heeft maar één ouder of vrijwilliger bij zich. ‘Ja nou, ik wist ook niet of iedereen kwam’, zegt mijn broer gemeend.
‘Hee Jalbert’, roept Ruud, als hij weer terug is en iedereen gedag heeft gezegd, ‘weet je nog dat we zonder kaartjes van Maastricht tot Utrecht gereden hebben?’ ‘Ja’, zegt Wouter, ‘omdat jij zei dat Jalbert gehandicapt was!’ Mijn broer glundert en zegt: ‘Ja! Dat de conducteur daar in trapte! Ongelooflijk!’ Alle vier kunnen ze niet stoppen met lachen.
Ik leun achterover, kijk naar die groep vrienden en denk: als ze toen opgepakt waren, hadden ze nu een nóg mooier verhaal gehad.
Deze column staat in het Broers- en Zussenboek van Anjet van Dijken.
Vrouwen nemen al sinds jaren de meeste zorgtaken op zich. Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht of door het verkorten van de formele werkweek de mannen misschien vaker de zorg voor kinderen, huishouden, mantelzorg en vrijwilligerswerk oppakken. Lees hier meer >>