De vorige keer schreef mantelzorger Annette over een domme vragenlijst >>
Bij de dagelijkse wondverzorging ziet de thuiszorgmedewerkster dat de wond ‘onrustiger’ wordt en ze adviseert een afspraak bij de chirurg. Dan belt mijn zus: of ik met haar mee kan. Maandagmorgen gelijk om half negen. Ik regel vervangende opvang voor mijn man en ga met haar mee.
Terwijl de chirurg de operatieplek onderzoekt, stelt ze een aantal vragen: ‘Ik zie u voorzichtig bewegen, heeft u veel pijn?’ Ze vraagt hoeveel paracetamol mijn zus slikt, of het helpt, hoe snel het helpt enzovoorts. Ik hoor mijn zus vanachter het gordijn: ‘Ja, nu heb ik wel wat pijn, maar het is al een paar uur geleden dat ik de laatste paracetamol nam. Maar het werkt wel’, zegt ze er snel achteraan.
Ik zei het al: ik heb een stoere zus, ik herken haar in haar antwoord…
Als ze weer aangekleed naast me zit, zeg ik tegen haar: ‘Lieve zus, nu is het niet het moment om stoer te doen. Pijn is een energievreter en belemmert je. En ik ken je goed genoeg om te weten dat je vooral niet lastig gevonden wilt worden…’
De chirurg hoort ons gesprek, ze haakt aan. Ze luistert, kijkt regelmatig naar mij en vraagt nogmaals over de pijn. Ze legt uit wat ze kan doen. Mijn zus begrijpt het en de chirurg schrijft een recept voor een weekje extra pijnmedicatie.
In de auto naar huis zit mijn zus opgelucht met de medicijnen op schoot naast me. Heb ik me ermee bemoeid? Ja, misschien. Was het bemoeizuchtig? Nee, ik heb soms een te stoere zus.
Marjo is een van de Sprekende Mantelzorgers en zorgt voor haar gehandicapte man, die in december 2008 door een ongeval in huis een partiële dwarslaesie opliep.