De vorige keer blogde Elsbeth over dat ze er klaar mee was >>
Mijn oudste zoon gaat dit jaar over van de basis-naar de middelbare school. Phileas Fogg was de rol die hij speelde in de eindmusical. Phileas Fogg, een wetenschapper die een weddenschap afsluit dat hij in 80 dagen de wereld rond kan reizen. Niemand gelooft dat hij het kan. Maar hij gaat. Door de lucht, op een olifant. Met de trein. Verder en verder. Hij avanceert, komt vooruit.
Phileas Fogg doet me denken aan Buurman en Buurman. Pat en Mat, twee buurmannen die allerlei klussen klaren, ook voortdurend in beweging. Op hun eigen manier.
Waar Phileas Fogg wetenschappelijke theorie toepast en heel precieze berekeningen maakt van de snelheid van de diverse vervoersmiddelen, zijn buurman en buurman meer van het experimenteren in de praktijk. Van het gaandeweg ontdekken, reflecteren, bijstellen.
Naast dit verschil in handelswijze verschilt ook de drijfveer om in beweging te komen:
Phileas Fogg wilde aantonen dat het kon. Rond de wereld in 80 dagen. Buurman en Buurman willen niet zozeer aantonen dat ze iets kunnen, maar willen situaties opknappen, verbeteren. Op hun manier.
Alhoewel de drijfveren en handelswijzen van Phileas Fogg en Buurman en Buurman verschillen, gaat het bij hen alle drie niet zozeer om de bestemming. Of het eindresultaat. Maar om het reizen, het creëren van mogelijkheden. Om het in beweging zijn. Het doorgaan. Over gaan.
Phileas Fogg en Buurman en Buurman doen dat door voortdurend te zoeken naar dat wat, gezien de omstandigheden en mogelijkheden, het beste aansluit en werkt. Is dat ook niet wat sociaal werkers dagelijks doen? Aandacht hebben voor en ondersteuning bieden bij het over gaan van de ene naar een andere (verbeterde, in ieder geval niet verslechterde) situatie. Door à la Phileas Fogg vakkennis toe te passen en door te reflecteren op de praktijk.
Vreemd eigenlijk, dat er dan zo weinig stilgestaan wordt bij hoe sociaal werkers aan het over gaan zijn. Ook (vooral) door sociaal werkers zelf. In hoeverre heb, en neem, jij de vrijheid en verantwoordelijkheid om je vak als sociaal werker te kunnen (blijven) uitoefenen? Hoe zorg jij ervoor dat je als professional niet over en uit gaat, maar over en aan?