De vorige keer blogde Lucie over de kracht om je eigen weg te kiezen >>
De schampere opmerkingen deden mij vreselijk pijn en waren eigenlijk ondraaglijk. Elke nare opmerking over het gezin waar ik vandaan kwam, was ook een nare opmerking naar mij. Ik maakte immers deel uit van dit gezin. Ik ging op een gegeven moment mee doen met schamperen. Daar werd ik heel verdrietig van, maar ik wilde zo graag geaccepteerd worden en laten zien dat ik niet was zoals mijn ouders.
Hoe slechter de ouders, hoe trouwer een kind zich toont. In situaties van ‘slechte’ ouders wordt de loyaliteit op de proef gesteld en wordt duidelijk hoe ver dit gaat en hoe extreem zich dit voordoet. Zo kan het gebeuren dat een mishandeld of misbruikt kind toch nog blijft verlangen naar contact met zijn ouders. Die loyaliteit van kinderen naar hun ouders is een wetmatigheid, zoiets als de zwaartekracht een wetmatigheid is. En het zit zo diep dat vrijwel geen kind daar afstand van kan nemen.
Als hulpverlener weet je dat je nooit iets negatiefs mag zeggen over het gezin waar een kind vandaan komt. Je weet dat je hiermee een kind in een afschuwelijk loyaliteitsconflict kunt brengen. Ook al voel je nog zoveel weerstand naar de ouders, je houdt je mond! Maar weet je ook dat je juist die loyaliteit kunt benutten om een vertrouwensband op te bouwen met een kind?
Ik zou wensen dat er iemand was geweest die met mij over mijn ouders sprak op een positieve manier. Dat ik uitgedaagd werd wat leuke dingen te vertellen over mijn ouders, dat ik misschien openlijk kon zeggen dat ik veel van mijn vader hield. Dat die gevoelens er gewoon mochten zijn en dat die erkend zouden worden, dat zou mij geholpen hebben.
Je hoeft als hulpverlener geen oneigenlijke complimentjes te geven over het gezin. Je hoeft een kind alleen maar uit te dagen iets leuks te vertellen over het gezin waar hij uitkomt, of te vragen wat hij fijn vindt thuis. Ga op zoek naar de liefde die een kind voelt voor zijn ouders. Oordeel niet omdat het jou misschien onwaarschijnlijk lijkt van ‘zulke’ ouders te houden, maar realiseer je dat die sterke liefde in ons allemaal zit. Geniet van de liefde die in dat kind zit en wees blij dat hij dit kan voelen, want dit geeft aan dat hij gezond is en de meest elementaire gevoelens niet kapot zijn gemaakt. Ik geef je op een briefje dat je een kind hiermee helpt omdat het bevrijdend werkt. Ik geef je ook op een briefje dat als je dit bereikt bij een kind, je alle vertrouwen zal hebben.
Ik heb gebroken met mijn ouders, broers en zussen. Naarmate ik meer volwassen werd, waren hun levens steeds moeilijker te verenigen met het mijne. Voor wie geïnteresseerd is, lees het boek dat over mijn jeugd verscheen: De Woonschool van auteur Christel Jansen.
Ik brak niet van de ene op de andere dag, het was een proces van vele jaren. Een zeer pijnlijk proces met bergen schuldgevoelens en grote eenzaamheid. Ik ben een sterke vrouw en heb er vrede mee, maar er zullen altijd lijntjes blijven bestaan naar het gezin waar ik ben opgegroeid. In zeker opzicht voel ik mij rijk en had ik met geen kind willen ruilen.