Eind april was ik ook uitgenodigd voor een bewonersavond van een Haags stadsdeel met ruim 100.000 inwoners. Thema was jeugd. De avond werd bezocht door ongeveer 80 bezoekers. Er waren zo’n dertig jongeren, waarvan 20 stevig gemotiveerd door het jongerenwerk, gebracht en gehaald met een busje, en zo’n 15 wijkbewoners waarvan ik er zo’n 8 heel lang kende. Voor de rest ambtenaren en professionals. Tja daarmee was het niet echt een bewonersavond.
Ik weet niet hoe het is in kleinere steden en dorpen, maar in Den Haag is het enthousiasme bij de burgers voor dit soort bijeenkomsten toch wel tot een dramatisch minimum gedaald. Ik herinner me dat toen ik in 1975 mijn carrière in het welzijnswerk begon, dat bewonersavonden stampvol zaten, tot in de gangen toe. En altijd lekker rumoerig. Dat is toch echt verleden tijd.
Zou het er mee te maken kunnen hebben dat de burger haar vertrouwen in politiek, bestuurders en instellingen volledig is verloren? Het interesseert ze niet, want het helpt toch geen zier. ‘Ze doen toch waar ze zin in hebben. Zijn alleen maar bezig met zakken vullen.’ Tja daar helpen recente incidenten met bijvoorbeeld – lokale – politici en corporatiedirecteuren niet echt bij.
Is het dat de burger het geen zier kan schelen wat er in de wijk met anderen gebeurt? ‘Is niet mijn pakkie an.’ En de politiek maar roepen dat we meer voor elkaar moeten zorgen, meer verantwoordelijkheid met en voor elkaar nemen. Dat schiet lekker op.
Heeft de burger nog wel vertrouwen in de instellingen, bijvoorbeeld in MOOI? Toch wel iets om als welzijnsorganisatie over na te denken. Hebben we wel genoeg geluisterd, doen we wat we zeggen, zijn we niet te patriarchaal, wij weten wat goed is voor de burger of zijn we het verlengstuk van de graaiers en oplichters?
Wat ik in ieder geval weet is dat dit soort bewonersavonden zonde van de tijd is. Het werkt niet meer. We moeten op zoek naar nieuwe manieren om met de burger te praten over samenleven en omgeving. De burger moet in ieder geval niet verteld worden wat hij moet doen. Dat ‘moeten’ is nog steeds wat ik vaak hoor van politici, wethouders, ambtenaren en maatschappelijke organisaties. Dat werkt niet meer.
Er zal geluisterd en gehoord (zeker niet het zelfde) moeten worden. En als we horen wat burgers willen, moet de regiereflex zeer stevig beteugeld worden. Geen gemakkelijke opgaaf maar het zal moeten om vertrouwen te herstellen.