Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Bezuinigen en ‘nieuw voor oud’: harde keuzen

Ard Springhuizen en Aletta Winsemius van Movisie schreven op 11 maart op de opiniepagina over evaluatieonderzoeken naar de Wmo van onder andere Movisie en het Sociaal en Cultureel Planbureau. De conclusie is een rapportcijfer van een mager zesje: ‘een hoop beleidsdrukte, maar het broodnodige offensief tegen armoede, isolement, verslonzing en verruwing blijft vooralsnog achterwege.’
Bezuinigen en ‘nieuw voor oud’: harde keuzen

De auteurs van het artikel zijn echter van het optimistische slag: het welzijnwerk neemt hier geen genoegen mee. Er moet een offensief komen onder het motto ‘knalhard welzijn’: resultaatgerichte inzet op basis van de vraag achter de vraag. Het welzijnwerk kan de nieuwe gemeenteraden een fantastisch aanbod doen. Rechtstreeks op de burgers, bewoners en cliënten gerichte interventies in het alledaagse als alternatief voor massieve institutionele constructies. Met als bijkomend voordeel, en zo luidt de titel van hun artikel ook: Wmo, voor een dubbeltje op de eerste rang. Dit is hun invulling van het principe ‘slim bezuinigen’.

Ik heb moeite met deze manier van redeneren omdat deze offensief lijkt maar in wezen defensief van aard is. De afgelopen maand was ik deelnemer van en inleider bij vele denktanks, congressen en workshops over vernieuwingen in het sociale domein. En de dominante problematiek was daar dat de voorbeelden van effectief vernieuwend welzijn bestaan maar niet beklijven omdat ze beleidsmatig nergens in passen. Het is bijzonder onverstandig om dit gegeven te negeren of bagatelliseren.

Ik was bij de denktank ‘Transities in de langdurige zorg’ en daar passeerden de Prinsenhof als multifunctioneel centrum en de ACT-methodiek voor zoekgeraakte jongeren als voorbeeldige projecten de revue die echter moeite zullen hebben om tot wasdom te komen. In Amsterdam bestudeerde ik activiteiten vanuit de Protestantse diaconie waaruit blijkt dat honderden vrijwilligers stilzwijgend doen wat de Wmo bedoelt, maar de waardering vanuit het professionele veld gering is. En zelfs in voorbeeldgemeente Deventer, waar ik afgelopen week op bezoek was, worden de messen geslepen om verworvenheden als de wijkaanpak en prachtige Wmo-projecten als het Project Alledaagse Kansen (PAK) overeind te houden. In het woud van de achter de voordeur projecten zitten ontluikende parels zoals de wijkcoaches in  Enschede en de participatiecoaches in Arnhem maar hebben ze de slag al gewonnen? 

Het overgrote deel van deze voorbeeldactiviteiten zijn onderdeel van de projectencarrousel, gefinancierd met eindig geld. Het is dus niet zo simpel om goede praktijken in de etalage te zetten als knalhard en goedkoop in de verwachting dat het dan wel goed komt. Bovendien wordt in deze stellingname genegeerd dat het institutionele welzijnswerk ook hopeloos verkokerd is en vernieuwing over het algemeen, tegen de stroom in, projectmatig vorm krijgt in samenwerkingsprojecten tussen disciplines
 
Het vraagstuk dat aan de orde is, is ‘nieuw voor oud’ en daar gelden de wetten van de gevestigde institutionele belangen. In tijden van bezuinigingen wordt er, in dat licht bezien, om een doordachte strategie gevraagd waarbij in mijn optiek garanties ingebouwd moeten worden dat een deel van structurele middelen in de traditionele beleidsdomeinen geflexibiliseerd c.q. ontkokerd worden ten behoeve van de nieuwe integraal werkende werkvormen die de vormgevers zijn van een nieuwe ‘frontlijnstrategie’. Dat heeft heftige consequenties.

In plaats van bijvoorbeeld 10 procent eraf wordt het bezuinigingsverhaal: 20 procent eraf en 10 procent komt terug in de vorm van nieuw geld voor vernieuwende praktijken. Wat mij betreft wordt geen enkel beleidsterrein in het brede sociale terrein  gespaard in het toepassen van deze ‘nieuw voor oud’ bezuinigingsformule (re-integratie, inburgering en integratie, maatschappelijke dienstverlening, schuldhulpverlening, de ggz, de thuiszorg, jongerenwerk, club- en buurthuiswerk, opbouwwerk, woon- en bewoners ondersteuners, ondersteuning vrijwilligerswerk, de complexe infrastructuur van de jeugdzorg, onderwijs, reclassering, maatschappelijke opvang, langdurige zorg en de verschillende sociale taken van de corporaties.) Dit is geen populair verhaal maar in de huidige tijdgeest is zonder harde keuzen het uitrollen van Welzijn Nieuwe Stijl een illusie. 

Daniël Giltay Veth werkte dertig jaar in en voor activiteiten aan de onderkant van de samenleving als maatschappelijk werker, projectmanager, sociaal ondernemer en beleidsadviseur. Hij stond aan de basis van bekende projecten als camping Zeeburg (werkervaringsproject, jaren tachtig), En Route (eerste buurtgerichte re-integratiebedrijf, in de jaren negentig) en Bouwen aan Burgerschap (met allochtone vrouwen, 2004-2207). Momenteel is hij nog eigenaar van uitzendbureau Koersvast dat ooit startte als detacheringsorganisatie voor langdurig werklozen. In 2009 was hij actieonderzoeker naar de werking van de projectencarrousel (boek: het rendement van zalmgedrag; uitgave Nicis Institute).

3 REACTIES

  1. een goed voorstel wat naar mijn idee ruimte bied aan allerlei succesvolle manieren die ontwikkeld zijn door mensen die buiten de “box” durven te denken. Het vraagt de gevestigde instituties kritisch naar de eigen organisatie te kijken waarbij systemen weer ten dienste komen staan van mensen i.p.v. dat mensen binnen bestaande systemen worden gemodelleerd.

  2. Lees alle reacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.