Lees hier meer blogs van Eric Dorscheidt >>
In Nederland mag je een beroep doen op de bijstand als je een verblijfsrecht en een duurzame binding met de Nederlandse samenleving hebt. Ook moet je beschikbaar zijn voor werk. De eis van de duurzame band met Nederland blijkt echter in de praktijk bij gemeenten een dode letter te zijn.
Het is interessant dat minister Kamp dit wetsvoorstel noemt in zijn brief aan de Tweede Kamer om de regels aan te scherpen voor arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. In Nederland zijn (naar schatting) 200.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa aan het werk. Het aantal dat een beroep doet op de WWB is erg laag. Kamp wil blijkbaar nu alvast de taaleis voor de WWB invoeren, zodat de aanzuigende werking van de sociale zekerheid in Nederland voor arbeidsmigranten minder sterk is.
Voor bijvoorbeeld een werkloos geraakte Pool betekent het dat hij voor een beroep op de bijstand de Nederlandse taal moet beheersen. Alleen op deze manier is hij weer snel aan het werk. Maar als deze Pool nog geen Nederlands heeft kunnen leren door de lange werkdagen bij de vorige werkgever, moet hij een cursus Nederlands gaan doen en deze zelf bekostigen. Wat de Pool in de tussentijd kan doen, is zwerven op straat, want in de maatschappelijke opvang is hij niet zonder meer welkom.
En als deze Pool vrouw en kinderen heeft meegenomen naar Nederland? Moeten zij dus ook maar de straat op? Heeft de bijstand dan nog een vangnetfunctie?
Voordat ook de taaleis een dode letter wordt, moet de regering nadenken over de praktische uitwerking. Wat gebeurt er met de bijstandsaanvrager en zijn gezin in de tussenliggende periode van bijstandsaanvraag en diploma? En wie controleert op de kwaliteit van het taalexamen? En het Poolse gezin: zullen ze in Nederland blijven of terugkeren naar Polen?
De werkgevers in Nederland verwelkomen de arbeidsmigranten. Het zijn goede, hardwerkende arbeidskrachten die (fysiek zware) arbeid willen verrichten waar veel medelanders niet in geïnteresseerd zijn. Ons land heeft deze arbeidskrachten de komende jaren hard nodig om de economie draaiende te houden. Als het kabinet er voor kiest om deze groep op straat te zetten, hebben we binnenkort economisch een probleem en hebben we er een groep aan lager wal geraakten bij.
De Raad van State heeft het wetsvoorstel overigens afgekeurd. Het integratieprobleem wordt hiermee vergroot en een taaleis is in strijd met de Europese wet- en regelgeving.
Met dank aan Wietske Waardenburg
Eric Dorscheidt (1966) is adviseur en politicoloog. Als adviseur werkt hij voor de lokale overheid bij BMC-groep op het gebied van participatie, sociale zekerheid en welzijn. Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Combiwel Amsterdam. In de avonduren is hij actief als voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs in Amstelveen.
Om al deze bejaarden straks op te vangen hebben we harde werkers nodig die niet te beroerd zijn om hun handen uit de mouwen te steken. Dit zullen niet de Nederlanders in de uitkering zijn….. Polen zijn niet zo zeer de bijstandstrekkers, dit zijn de harde werkers die hun neus niet voor hard werken optrekken. Wel eens gekeken wat voor hulp vluchtelingen allemaal krijgen?
We hebben al genoeg problemen met het integreren van de allochtonen, we kunnen niet meer gebruiken, laten we eerst de bejaarden in de verzorgingshuizen beter behandelen. Zij hebben de economie opgebouwd. Meer gelukzoekers kunnen we missen als kiespijn, geen werk dan het land uit, ook al zijn het EEG onderdanen, we kunnen niet de hele wereld op onze nek nemen.