Sommige cliënten vergeet je nooit meer. Elke sociaal werker kent een paar casussen die hij of zij niet snel vergeet. Soms cliënten die je leerde kennen in het begin van je loopbaan. Ze hebben indruk gemaakt vanwege hun opvallende levenshouding en vaak heb je veel van ze geleerd. Je leerde iets essentieels over de cliëntengroep waar je mee werkt, over hoe mensen in het leven staan of je benaderingswijze. Lessen die je de rest van je loopbaan niet vergeet en waar je op voortbouwt.
Het zijn deze onvergetelijke cliënten waar menig sociaal werker graag nog eens bij stil staat. Ze krijgen een vaste plek in je repertoire van verhalen en anekdotes over je werk. Zo kan een hulpverleenster in de jeugdzorg zich 10 jaar na dato de kinderen die zij leerde kennen tijdens haar stage nog helder voor de geest halen. Daar was Manuel, afkomstig uit een getroebleerd gezin. Hij woonde in het internaat voor kinderen met gedragsproblemen waar ze stage liep. Soms ging hij een weekend naar huis. Hij was vreselijk ondeugend. Hij groef in een naburig park een groot gat in de grond waar hij languit in paste. Met zijn ogen gesloten en handen gevouwen op zijn borst speelde hij voor dood. Daarmee joeg hij sommige mensen schrik aan en anderen konden er de grap van inzien.
Een Iraans gezin maakte indruk met hun gastvrijheid en vriendelijkheid op een woonbegeleidster die werkzaam is in het vluchtelingenwerk. Het gezin bestaande uit vier leden werd gedwongen een vijfde persoon toe te laten tot hun krappe huisvesting, een caravan op een asielzoekerscentrum. De bezetting diende 100% te zijn en elke caravan kon vijf asielzoekers huisvesten. Ondanks hun protesten vanwege de inbreuk die een vijfde bewoner zou doen op het gezinsleven werd de extra huisgenoot gastvrij opgenomen in het gezin.
Soms vraag je jezelf af hoe het met ze zal gaan. Via via hoor je nog wel eens wat over een oud cliënt. Hij of zij is inmiddels in beeld bij een collega. Misschien heb je de neiging om hem of haar op te sporen, in het cliëntensysteem of gewoon door wat te googlen.
Wat is er geworden van Manuel? Opgegroeid van een jongen met gedagsproblemen tot een delict pleger? Of is het hem gelukt een stabiel leven op te bouwen? Misschien wel huisje, boompje beestje. En houdt hij nog steeds van morbide grappen?
Hoe is het met het Iraanse gezin? Hebben ze hun weg gevonden? Zijn ze net zo gastvrij opgenomen in de Nederlandse samenleving als dat zij zich betoonde? Of is het gezin beland in uitzichtloze asielprocedure?
Als sociaal werker ben je vaak tijdelijk te gast in het leven van je cliënten. Ze komen en gaan. Dat is gezond en goed. Maar soms zou je ze willen blijven volgen.