De vorige keer blogde Marcel over het Buurthuis 2.0 >>
Ik weet niet wat er precies gebeurt in de hersencellen van bezoekers als zij een kaartje betalen om apen te zien en zich daarna door de mensenmassa een weg banen richting hun geliefde diertjes. Het gros wordt bij grote drukte een soort van roofdier dat nietsontziend voor rolstoelen dringt, andere kinderen, ouderen, zichzelf en/of hun eigen kinderen naar voren schuivend. En als je er wat van zegt je toeschreeuwt: ‘Moet je maar niet op een zondag naar een dierentuin gaan, je kunt ook door-de-weeks met je handicap’.
Eigen kinderen eerst
Er is wat aan de hand in de samenleving. Ik merk al een paar jaar dat er een onderlaag is die hand-in-hand lijkt te gaan met de dikke-ikke mentaliteit van sommige graaiers aan de top. Ouders die ‘eigen kinderen eerst’ als motto lijken te hebben. Het manifesteert zich niet alleen langs de lijnen van het sportveld.
Plaatsje vrijgehouden
Ik wist niet wat ik daaraan terplekke kon doen als begeleider van twee ernstig gehandicapte jongeren in een rolstoel die zich met moeite een weg konden banen door de hysterische massa. Na een klein half uur wachten kwam een ouder echtpaar naar ons toe en vertelde dat een vriend van hen een plaatsje aan de zijkant van het Orang-oetan-gebouw voor ons had vrijgehouden. Let wel, een ouder echtpaar van rond de tachtig.
Kanteling
De tweet veroorzaakte een stortvloed aan reacties. Fijne reacties. De meest fijne was van de Apenheul zelf. We mochten nog een keer op hun kosten komen. Op een rustige dag. In het gesprek met de medewerkers aan de telefoon opperde ik of wellicht een bord met daarop een aapje in een rolstoel, en een grappig op de grond geschilderd rolstoelvak zou helpen. Het voorstel ligt nu bij de directie. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken. Ik voel wel voor zo een kanteling naar een nog toegankelijker Apenheul.