In haar vorige blog beschreef Patty waarom weerstand van een cliënt soms juist positief is >>
Kun je wel liegen als je theory of mind (TOM) niet geheel ontwikkeld is? Moet je je daarvoor dan niet kunnen inleven in een ander persoon? En laat dat nu net een kernprobleem zijn van mensen met autisme.
Andere waarheid
Maar hij liegt toch? Nee, hij liegt niet. Dit is zijn waarheid. Zijn waarheid is anders dan die van mij. Het kan zijn dat hij alleen de woorden ‘ik mag naar buiten’ heeft onthouden uit de lange zin die ik hem mededeelde. En dat doet hij niet omdat hij wil horen wat hem uit komt, maar omdat er problemen zijn in zijn informatieverwerking.
Check of je cliënt je begrepen heeft
Stel je voor dat deze zin bij een persoon zonder Autisme Spectrum Stoornis (ASS) van A naar B gaat en de boodschap dan in zijn geheel kan worden ontvangen. Bij iemand met ASS kan het gerust van A naar C naar E naar D naar C en pas dan naar B gaan. De zin moet meerdere weggetjes afleggen om aan te komen. Het kan zijn dat er informatie blijft hangen of verloren gaat ergens tussen C, E en C en dus niet alles aankomt bij B. Hier kan hij niks aan doen. Belangrijk is dus om achteraf te checken of je cliënt je boodschap begrepen heeft. Vraag niet: heb je het begrepen? Want dan zal hij ja zeggen. Hij heeft het, op zijn manier, begrepen. Maar vraag hem te herhalen wat jullie net besproken hebben.
Werkelijke situatie
Het kan ook zijn dat iemand met autisme dat wat hij ziet/hoort linkt aan iets anders zonder dat dit de werkelijke situatie was. Bijvoorbeeld: ik ben met X aan het schaatsen. Ik zie dat X bijna onderuit gaat en wil hem opvangen door achter hem te gaan staan. X valt. Hij ziet mij achter hem met een hand naast hem. X: Patty heeft mij geduwd waardoor ik ben gevallen. Dit liegt hij niet. Dit is zijn waarheid.
Associatie
Dan heb je nog het associëren. Het kan zijn dat X als associatie met mij heeft ‘vrouw’ en dat hij bij ‘vrouw’ de associatie ‘borsten’ heeft en bij ‘borsten’ de associatie ‘seks’ en ga zo maar door. Elke keer als hij aan iets denkt, opent er een nieuw mapje gerelateerd aan het vorige. Dit kan leiden tot: ik heb seks gehad met Patty. Zo kunnen er hele nare situaties ontstaan die niet waar zijn. Maar ook niet gelogen.
Ontkoppelen
Zo’n foute koppeling kun je rechtzetten door de situatie te ontkoppelen. Het helpt als je de situatie visueel maakt en indien nodig met feiten ontkracht. Neem het bovenstaande voorbeeld over het schaatsen. X denkt dat Patty hem geduwd heeft. Dit kan niet want X viel naar achteren en als hij naar achteren viel, zou Patty hem van voren moeten hebben geduwd. En Patty stond achter hem. Zo maak je voor X duidelijk dat zijn interpretatie niet klopt. Daarnaast teken je voor hem hoe het wel ging. Zijn oude informatie kan nu worden vervangen door nieuwe kloppende informatie. Kortom: probeer je in te leven in de wereld van iemand met ASS en help hem zijn gedachten te ordenen omdat hij dit zelf niet kan. Jij bent zijn vertaler in een wereld waarin anderen zijn taal niet spreken.