Mijn lief heeft nog steeds grote moeite met het feit dat mijn vader mij ‘opzadelt met zijn Voltooid Leven-wens en alles wat er mee samen hangt’. En hij gruwelt van het gegeven dat er wellicht een moment komt voor het plannen van een datum. Hij haalt zich weer voor de geest hoe dat ging bij het laten inslapen van zijn hond. ‘Ik vond het verschrikkelijk om het te weten en wist de hele dag geen raad met mijzelf.’
Verbinding voelen
De laatste jaren groeien mijn vader en ik naar elkaar toe. Wij spreken elkaar een paar keer per week aan de telefoon. Hij deelt zijn gedachten, zijn worstelingen en zijn gevoelsleven. Ook levenslessen die langskomen en waar hij wel of niet iets mee moet, bespreekt hij. Bovendien verhaalt hij steeds meer over zijn familieachtergrond. Eindelijk voel ik verbinding met de wortels van deze kant van de familie. Ik begrijp mijzelf steeds beter doordat ik hem meer en meer leer kennen.
Het onvermijdelijke afscheid
Wat zal het een leegte geven als hij er niet meer is! Eigenlijk kan ik zeggen dat, door onze openheid, ik gevoelsmatig en emotioneel wen aan dat onvermijdelijke afscheid. Ongeacht de wijze waarop. Hij is tenslotte 81. Zo probeer ik deze openheid uit te leggen aan mijn lief en hoe ik dat ervaar. ‘Vergelijk deze laatste twee jaar als met een situatie dat iemand hoort dat hij of zij kanker heeft met weinig zicht op een heel lang leven.’ Dan ga je ook anders met elkaar om. Althans, die mogelijkheid bestaat.
Verstand versus emotie
Ik moet er niet aan denken dat mijn vader van het ene op het andere moment wegvalt. En uiteraard heb ik dat niet voor het zeggen, maar door deze openheid krijg ik wel de gelegenheid om er langzaam aan te wennen. Om zijn sterfelijkheid bij mij binnen te laten komen. Ik ben me er ook degelijk van bewust dat praten, discussiëren en hem willen ondersteunen aspecten zijn van het verstand.
Ik ben even stil
Dan is het in dit proces van hem en mij goed dat emotie en gevoel soms onverwacht bij mij binnenkomen. Elke twee maanden ga ik naar hem toe om heel praktisch te helpen met extra schoonmaakklussen en computerzaken helder uit te leggen. ‘Marianne, de volgende keer dat je komt, wil ik niet dat je de ramen lapt et cetera. Ik wil dan samen met jou goed kijken naar de map met uitvaartverzekering, wensen en informatie. Zodat alles daarin weer up-to-date is.’ Ik leg de telefoon neer en ben dan toch even stil. Laat mijn gevoel bezinken. Hij zet weer een stap dichterbij, zo lijkt het.
Van Wulf. Vader van overleden dochter Fleur en auteur van 2 (rouw)dichtbundels: Je vader is met de dood bezig. Heb ik ook al niet eens van je gelezen dat het leven hem niet zo erg meer boeit? In jouw teksten over hem voel ik jouw liefde voor hem. Hebben jullie een relatie tot elkaar waarin je dit ook naar hem toe kan uitspreken? Ik ben nu 66, persoonlijk zou ik dat van mijn 2 zonen het mooiste cadeau vinden. Naar hen toe doe ik het wel. Naar mijn eigen vader zaliger heb ik het nooit gedaan. En ja, ik vind de estafette, steeds het levensstokje overgeven aan een volgende generatie, ook heel bijzonder. En ook de beschaving en cultuur steeds weer op elkaar overbrengen, zodat de volgende generaties niet steeds weer opnieuw moeten beginnen. Daarom is geschiedenis ook zo belangrijk. Behalve estafettestokjes-drager zijn we hier ook onze zieldrager. Tijdens ons, soms onbegrijpelijke aardse leven kunnen we ondanks en dankzij elkaar aan een wijzere ziel werken.
Beste Wulf,
Hartelijk dank voor je mooie reactie.
De woorden komen allemaal bij mij binnen en ik ben het er helemaal mee eens.
Prachtig dat jij zo aandacht en bewustzijn geeft aan jouw medemensen.
En ja, het echte uitspreken `ik hou van je´ naar mijn vader toe, is er (nog) niet van gekomen.
Ik heb het overigens wel naar mijn zoon gedaan en krijg het ook weer terug van hem.
Dit gebeurde na een heftige levensles. (Waarom toch he?) We spraken allebei uit dat we dat nooit gewend waren en nu is het goed.
Mooi he?
Jouw reactie stuur ik ook door naar mijn vader. Zal hem goed doen.
Ik zal ook tot en voorbij mijn dood blijven leren van het leven.
Met stille en verwonderde groet,
Marianne