Afgelopen februari mocht ik voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken Nico de Boer bij hem thuis interviewen. Zijn bewegingsvrijheid was door de spierziekte ALS al flink afgenomen. Zijn verbeeldingsvermogen leed daar niet onder. Ik leerde het werk van Nico kennen door het roemruchte essay Burgerkracht dat hij en partner-in-crime Jos van der Lans in het voorjaar van 2011 publiceerden en waarmee hij het toenmalige sociaal domein op stang joeg. Voor mij was en is De Boer één van de aanjagers van de decentralisatie van zorg en welzijn, die per 1 januari 2015 met drie nieuwe wetten formeel-juridisch gestalte kreeg. Lees bijvoorbeeld ook Decentraal: de stad als sociaal laboratorium dat De Boer en Van der Lans in februari 2014 het licht lieten zien.
Prothese van de verzorgingsstaat
Ik was in eerste instantie een slecht lezer en luisteraar. Ik plaatste burgerkracht in dezelfde hoek als zelfredzaamheid. Mensen met sociale problemen of fysieke problemen, of beide, zouden in samenspel met hun directe omgeving veel meer op eigen benen kunnen staan, dat idee. Burgers als prothese van de verzorgingsstaat noemde het Instituut voor Publieke Waarden dat jaren later in Zorg+Welzijn. En ik voelde mee met lector Lilian Linders, toen Fontys, nu verbonden aan InHolland, toen zij naar aanleiding van een onderzoek onder (overbelastte) mantelzorgers zei dat ze ’de term burgerkracht niet meer kon horen’.
Financieel motief
In een gesprek dat ik 2011 met Nico had, zag hij dat risico overigens al. ’Het is goed voor de samenleving en voor mensen zelf als ze elkaar ondersteunen. De laatste tijd zie je echter dat het financiële motief de overhand heeft gekregen. Zelfredzaamheid moet bezuinigingen opvangen.’
Onvolwassen
Het ging Nico de Boer om wat anders, iets fundamentelers, zo leerde ik gaandeweg de ontmoetingen met hem. Wij, burgers, zijn in zijn ogen geen burgers meer. We zijn verwend, hebben ons laten verwennen door een overheid die ons van de wieg tot het graf allerlei zorgen uit handen neemt. Waardoor wij, bijvoorbeeld, op het moment dat er iets tegen zit ons tot diezelfde overheid wenden en ons er tegen keren als we onze zin niet krijgen. ’Onvolwassen’ noemde De Boer dat afgelopen februari. ’Democratie is in eerste instantie het vermogen je eigen leven te kunnen organiseren, op een elementair niveau, desnoods tegen de overheid in. “Eigen” is dan niet het individuele, maar de gemeenschap, het collectief.’
Keerzijde van de medaille
’Verwend’ als ik ben, heb ik nog steeds twijfels bij wat Nico voorstond. Ik zie die ’verkleutering’ (dixit De Boer) wel, maar ik denk dat je het ook als een verworvenheid kunt zien. Er is in Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw een samenleving ontstaan die ons burgers de gelegenheid biedt individueel geluk en welzijn na te jagen. Maar als ik de zin hiervoor herlees snap ik, dankzij Nico, ook wat de keerzijde van die medaille is.
Geestverruimend
Nico de Boer overleed afgelopen donderdag, 64 jaar oud. In zijn Twitter bio kon je zijn laatste weken volgen. @Nicodeboer ’Nog drie weken ALS patiënt’, @Nicodeboer ’Nog twee weken ALS patiënt’, et cetera. Volwassen burger tot zijn laatste dag. Nico de Boer was voor mij geestverruimend.