Vorige keer vroeg Klaas zich af of het hebben van schulden je eigen schuld is >>
Een verschil met Rutte 2, is dat VVD en PvdA nu geen regering kunnen vormen die kan rekenen op een meerderheid in het parlement. Daar zijn nu minstens vier partijen voor nodig en de ‘grote’ partijen zijn allemaal ruim kleiner dan vier jaar geleden. Getalsmatig is er dus een probleem, te meer daar onderhandelingen van vier of vijf partijen behoorlijk veel lastiger zijn dan van twee partijen. In mijn eerste boek, ‘Vergaderen en Onderhandelen’, en in latere publicaties, heb ik daar de nodige analyses aan gewijd.
Minderheidskabinet
Er is geen enkele wet die voorschrijft dat de regering van te voren ruime steun heeft in het parlement. Rutte 1 had een meerderheid in de Tweede Kamer, maar niet in de Eerste Kamer. Vier jaar terug schreef ik in een blog dat ik dat een voordeel vond. Immers, partijen die van te voren een regeerakkoord sluiten, reduceren zichzelf tot jaknikkers en de oppositie tot machteloze neeknikkers. Een minderheidskabinet moet zijn best doen parlementariërs te overtuigen dat zijn wetsvoorstellen steun verdienen. Dat geeft het parlement zijn belangrijkste taak terug: wetten beoordelen en het kabinet controleren.
Gewicht in de schaal
Daarom hoop ik dat de kabinetsformatie van Rutte 3 mislukt en er uit nood wordt gekozen voor een minderheidskabinet. Per wetsvoorstel kunnen er wisselende meerderheden ontstaan. Partijen die buiten de formatie zijn gebleven (of gehouden) kunnen dan nog gewicht in de schaal leggen.
Vluchtelingenstroom
Niet alleen in de politiek, ook in andere sectoren van de samenleving wordt vaak vastgehouden aan gegroeide beslismodellen. Dat geeft zekerheid, maar is ook verstarrend. Juist in tijden dat er veel verandert, is er behoefte aan creatieve en effectieve oplossingen. Denk maar aan de verwachte vluchtelingenstroom de komende jaren, samenhangend met klimaatveranderingen, bevolkingsgroei en gewelddadige conflicten. Bovendien speelt in ons land ook de noodzaak het onderwijs en de gezondheidszorg (vooral de ouderenzorg) te verbeteren. In de sector zorg en welzijn zou het goed zijn als niet alleen de besturen denken over oplossingen, maar daar ook de doelgroep en de uitvoerende werkers nauw bij betrekken.