De vorige keer pleitte János voor het toepassen van kennis van vroeger >>
Eén van die interessante zaken, is hoe er in de paramedische hoek van verpleegkunde, fysiotherapie, verloskunde, et cetera gewerkt wordt met evidence based practice (EBP). Kern van de EBP-benadering is dat de professional in zijn contact met de gebruiker (of patiënt, klant, cliënt) gebruik maakt van een drietal zaken: actuele inzichten uit de wetenschap, de eigen professionele ervaring, en de wensen van de gebruiker. Eigenlijk zo logisch als wat.
Pijnbank
Niemand die bij de fysiotherapeut op de spreekwoordelijke pijnbank ligt, wil dat deze gebruik maakt van een slagerstechniek van dertig jaar geleden, waarvan later bleek dat het meer kwaad doet dan goed. Net zoals niemand een verloskundige aan het kraambed wil die niets weet over recente wetenschappelijke inzichten. En natuurlijk willen we allemaal dat een ervaren professional ook de eigen ervaring gebruikt, en dat er geluisterd wordt naar wat de patiënt nou precies wil.
Beetje gek
Als je erover nadenkt, is het een beetje gek dat deze werkwijze iets ‘bijzonders’ is, en zich vooralsnog vooral lijkt te beperken tot die paramedische hoek. Daar is het de norm, maar op veel andere plekken wordt er, voor zover ik kan zien, hoogstens her en der wat mee geëxperimenteerd. Maar we willen toch ook dat de docent die onze kinderen les staat te geven zich niet alleen beperkt tot zijn eigen ervaring, hoe goed en valide ook? Daarvan verwachten we toch ook dat het onderwijs enigszins conform wetenschappelijke inzichten gegeven wordt?
Databases
Voor het sociaal domein valt er ook best iets voor te zeggen. Ongeacht of het gaat om medewerkers die bezig zijn met re-integratie, fraudepreventie of schuldhulpverlening: er is genoeg onderzoek dat bruikbaar zou kunnen zijn. Naast databases met EBP-interventies in het medische domein, zoals deze, zijn er ook databases met evidence over het sociale domein, bijvoorbeeld bij Movisie en het Nederlands Jeugdinstituut.
Gevalideerde vragenlijst
Voor eigen onderzoek naar het Nijmeegse bijstandsexperiment heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de hierboven genoemde medische database. Daar vond ik een gevalideerde vragenlijst die meet hoeveel stress mensen ervaren. Zeer nuttig wanneer je wil weten of een andere manier van bijstand verlenen zorgt voor minder stress bij bijstandsgerechtigden en of minder stress gerelateerd is aan positieve effecten op het gebied van bijvoorbeeld welzijn en participatie.
In de weg zitten
Ondanks dat de databases en de interventies beschikbaar zijn, is bij ons in het sociaal domein naar mijn idee EBP niet de norm. Niet in de opleidingen die opleiden tot werk in onze sector – al ben ik al zo lang uit het hbo dat dit inmiddels anders zou kunnen zijn. En zeker niet op de werkvloer. Het is ook de vraag of ‘de politiek’ er echt op zit te wachten: want zaken als de bijstand lenen zich bij uitstek voor het doen van stevige ideologische uitspraken, en dan kan evidence behoorlijk in de weg zitten. Als we echt EB willen werken, dan vraagt dat nogal wat. De politiek moet het willen. Opleidingen moeten zorgen dat aankomende medewerkers de benodigde vaardigheden krijgen. Medewerkers moeten er zelf op zitten te wachten (want vanuit weerstand is weinig heil te verwachten) én moeten in staat zijn om op deze manier te werken. En die medewerkers moeten ook de tijd krijgen om indien nodig de literatuur in te duiken.
De moeite waard
Maar wellicht is het wel de moeite waard. Als u ooit een beroep moet doen op ondersteuning bij een sociale dienst, wilt u toch ook liever geholpen worden door iemand die kennis heeft van recente wetenschappelijke inzichten, en niet iemand die doet wat zij of hij al twintig jaar doet?
János Betkó is beleidsadviseur Inkomen bij de gemeente Nijmegen. Hij is daar onder meer de trekker van het experiment met de Participatiewet.