In januari reisde ik een maand in mijn eentje door Zuid-Amerika. De natuur was prachtig, maar ik voelde me bij vlagen erg alleen. Natuurlijk ontmoette ik talloze interessante medereizigers, maar ik miste iemand die me door moeilijke momenten heen wist te slepen omdat ‘ie me echt goed kent. En iemand om blijvende herinneringen mee te maken. Als ik één ding heb geleerd op deze reis, dan is het hoe waardevol vrienden en familie voor mij zijn.
Alleen
Thuis aangekomen heb ik me dus weer vol in het sociale leven gestort. En toen kwam corona. Zit ik weer in mijn eentje! Of met mijn vriend, maar hoe lief hij ook is, hij vervangt niet een heel sociaal netwerk. Natuurlijk is afstand houden om duizenden doden te voorkomen een kleine moeite, die ik graag doe. Maar ondertussen baal ik wel.
Mood swings
Zaterdag hoorde ik op Radio1 een interview van Jort Kelder met een evolutionair psycholoog Mark van Vugt. Jort bekende dat hij mood swings heeft. ‘Ik lijk wel een ongestelde vrouw’, zei Kelder, nooit bang voor een seksistische grap. Moet Jort naar de dokter? ‘Het ligt aan je persoonlijkheid’, legde Van Vugt uit. ‘Als je extravert bent, en dat ben jij, heb je veel prikkels van buiten nodig. Als je die niet krijgt, krijg je mood swings.’
Levende lijve
Het kwartje viel. Het was dus niet voor niks dat na een wandelingetje met een vriend op anderhalve meter afstand, ik ineens weer energie had om aan het werk te gaan en projecten op te starten. Interessant, maar ik vind het ook een beetje gênant hoe afhankelijk ik ben van mijn vrienden en collega’s voor mijn drive en motivatie. Ik kon me ineens heel goed voorstellen hoe moeilijk het is om hulp te vragen als je eenzaam bent. Ik durf het haast niet toe te geven, maar alle videochats ten spijt, nergens knap ik zo van op als een goed gesprek met een echt mens in levende lijve. Dat we hier maar snel vanaf mogen zijn.