De directeur zegt toe dat hij zal kijken wat hij kan doen. Maar dat dit pas na de volgende wedstrijd hersteld kan worden. Die wedstrijd wordt kansloos verloren met beroerd spel. De volgende ochtend belt de onfortuinlijke seizoenkaarthouder: ‘Directeur, zo’n slechte wedstrijd heb ik nog nooit gezien, ik was blij dat ik achter die paal zat.’
Piepend door de bocht
Als de jeugdzorg in Nederland een voetbalclub was, zou je nu ook willen dat je achter een paal zit. Dan hoef je niet alles te zien. Het jeugdzorgbeleid gaat ondanks de enorme inzet van heel veel professionals knarsend en piepend door de bocht. De kwaliteit is lastig te bepalen, het aantal aanbieders nadert het aantal cliënten en vele Nederlandse gemeenten moeten driftig bezuinigen, omdat ze leeglopen op de post ‘jeugdhulp’.
Recept voor ellende
Het lijkt er tegelijk op alsof diezelfde gemeenten moeite hebben met het zicht op de jeugdhulp. Alsof ze zelf achter een paal zitten te kijken hoe de jeugdhulp in Nederland zich na de decentralisatie manifesteert. Zo is er lokaal wel een overzicht van het enorme palet aanbieders, maar is het zicht op de diverse methodieken bepaald ondoorzichtig. Dat valt in dit stadium maar weinig mensen te verwijten. Het heeft er alle schijn van dat de decentralisatie in een dermate hoog tempo is geland, dat maar weinig gemeenten er echt klaar voor waren. In dat opzicht is de vergelijking met de even moeizame centralisatie van de Nationale Politie snel gemaakt. Bovendien is het mode om decentralisaties gepaard te laten gaan met grove ‘efficiency-kortingen’; een beproefd recept voor ellende.
Herstelwerkzaamheden
Inmiddels zijn 355 gemeenten hard aan de slag met herstelwerkzaamheden. Her en der worden oplossingsrichtingen voorgesteld. Sommige oplossingen liggen voor de hand: meer geld, een eigen belastinggebied voor gemeenten of minder soorten zorg inkopen, zoals huiswerkbegeleiding, paardenfluisteraars en kindercoaching. Ook andere vormen van contractering en het inschakelen van jongerenwerkers in wijkteams zijn voor de hand liggende suggesties.
Wonderwoorden
Minder voor de hand liggend is de oplossing om ‘meer overeenstemming te krijgen over wonderwoorden’. De transformatie gaat gepaard met allerlei jargon, dat niet echt helpt om scherpte in de doelen te krijgen, vindt ook Lector Rob Gilsing. Hij noemt de voorbeelden ‘uitgaan van eigen kracht’, ‘ontzorgen’ en ‘normaliseren’. Hij roept gemeenten op om die goed bedoelde woorden meer inhoud te geven door in gesprek (‘dialoog’) te gaan met alle betrokken partijen.
Mengvorm
Het zal wel weer uitdraaien op een mengvorm van deze oplossingen. Ik loop al wat langer mee. Belangrijker is dat we als gemeenten de extra rijksmiddelen niet als de enige oplossing zien. Ze creëren hooguit tijd voor een fundamentele transformatie van de Nederlandse jeugdhulp. Anders vrees ik dat we nog lang achter de paal blijven zitten.
Eric van Oosterhout is burgemeester van Emmen.