Nu het indammen van het coronavirus een kwestie van lange adem blijkt te zijn, snakt iedereen naar een nieuw perspectief. Een idee waaraan we ons kunnen vastklampen. Ook zelf raakte ik meteen geïnspireerd, toen de overheid de sectoren opriep om na te denken over een anderhalve-metersamenleving. Wat zou het mooi zijn als dit de route terug is naar een genormaliseerde samenleving!
Verzorging
Misschien kunnen we de dagbesteding voor mensen met een beperking fysiek zo inrichten, dat zij de deuren weer open kunnen doen? Of zullen we in kleinere groepen gaan werken, niet iedereen op hetzelfde moment? Als mensen ook verpleging of verzorging nodig hebben, dan is dat wel natuurlijk lastig op anderhalve meter afstand, maar dat is op dit moment ook al het geval.
Nabijheid
Toch vraag ik me af of anderhalve meter wel het goede frame is. Waar mensen met een beperking meestal behoefte aan hebben, is aandacht en nabijheid. Geestelijk, maar ook fysiek. Juist het aanraken is soms een belangrijke vorm van contact. En dat is wat we hen proberen te bieden. Dan is anderhalve meter helaas een flinke barrière. Niet te doen, eigenlijk.
Meedoen
Ook willen mensen met een beperking graag deelnemen aan de samenleving. Het VN-verdrag, dat ook Nederland heeft geratificeerd, geeft hen daar ook het volste recht op. Hoopvol vind ik, dat de overheid in haar oproep tot een anderhalve-metersamenleving letterlijk spreekt van ‘sectorplannen’. Want voor de uitvoering van het VN-verdrag moeten de verschillende sectoren ook al plannen maken.
Uitsluiting
Als de samenleving opnieuw vorm krijgt vanuit een frame van anderhalve meter, dan vrees ik dat dit de deelname van mensen met een beperking belemmert. Mag je straks alleen meedoen als je altijd anderhalve meter afstand houdt? Dan is de kans groot dat mensen met een beperking weer op afstand worden gezet van de samenleving, op een aparte plek. In de zorg, veilig afgeschermd van het gewone maatschappelijk leven. Terwijl we dromen van inclusie, lopen we het risico dat we door corona moeten leven met nieuwe processen van uitsluiting. Onbedoeld, maar ongewenst.
Zie de kans
Gelukkig ligt er ook een kans. De sectoren kunnen van de gelegenheid gebruik maken hun voorzieningen ook toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Zij vormen met elkaar een flinke afzetmarkt, zeker in gezelschap van hun vrienden en familie. En zij willen ook graag meedoen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Nu de sectoren aan de slag gaan met een herontwerp, ligt er een unieke kans om de sprong te maken naar een inclusieve sector. Omdenken om te versnellen. Is dat geen mooi perspectief om ons aan vast te klampen?
Bescherming en vrijheid
Hoe doe je dat? Een plan maken waarin bescherming tegen het coronavirus en individuele vrijheid van mensen met een beperking zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen? Waarin niet alleen de veiligheid van mensen met een beperking zelf meeweegt, maar ook die van de mensen die zij ontmoeten of die voor hen werken?
Gehandicaptenzorg
In de praktijk van winkels, horeca en bioscopen, zullen waarschijnlijk tal van dilemma’s rond vrijheid en veiligheid ontstaan. Maar laat het omgaan met zulke dilemma’s nou juist tot de kerncompetenties van de gehandicaptenzorg behoren. In het terugdringen van vrijheidsbeperking, hebben wij alle mogelijke ervaring opgedaan in het inschatten en afwegen van risico’s. Laat het zoeken en peuteren naar mogelijkheden om mensen zoveel mogelijk de bewegingsvrijheid te geven, met een gerust hart aan ons over. Zoek ons op. We willen onze kennis en ervaring graag delen.
Minister
Dus: sectorplannen graag. Maar liever binnen een wijder frame dan dat van de anderhalve-metersamenleving. Gelukkig is er sprake van een goede samenloop van omstandigheden. Want degene die een belangrijke en stimulerende rol kan spelen is de ‘coronaminister’. Hij is ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met een beperking en de uitvoering van het VN-verdrag. Daarom mijn oproep: wil de echte minister van gehandicaptenzorg nu opstaan?