De vorige keer blogde Magteld over het probleem van ouderen en alcohol >>
Het was al snel duidelijk dat de levensbeschouwelijke kant van zingeving en ook de meer psychologische kant van zingeving buiten schot moesten blijven. Mijn expertise ligt tenslotte bij de sociologische benadering. Toen werd het toch interessant. Want wanneer je je gaat verdiepen in oud worden en oud zijn in onze samenleving, zijn er een aantal benaderingen te onderscheiden. En deze benaderingen impliceren ieder voor zich een eigen perspectief op zingeving. Ik neem ze even met u door.
Ouderdom als ziekte
Ouderdom als ziekte. Dat klinkt nogal bruut. Maar ‘ouderdom komt met gebreken’, of ‘wat verwacht je dan ook op die leeftijd’ zijn uitspraken die u vast herkent. Die passen bij dit perspectief. Gerontoloog, bioloog, futurist en serieuze wetenschapper Aubrey de Grey is de meest markante en extreme spreekbuis van deze benadering op dit moment. Hij voorspelt dat vijftig procent van de kinderen die vanaf het jaar 2000 geboren zijn, 1000 jaar kan worden. Als u tijd heeft, ga dan even zitten voor zijn verhaal. Het vraagt van uw brein zich wat te ‘strechen’.
Ouderdom is verdiende rust
Een tweede perspectief op ouder worden is dat het steeds meer terugtrekken uit de samenleving een natuurlijke beweging is bij het ouder worden (disengagement theorie). Het harde werken en de biologische relevantie (zorgen voor nageslacht) zijn voorbij, het stokje wordt overgedragen aan een volgende generatie. Ouderdom is ‘verdiende rust’.
Actieve ouderen
Een ander perspectief is de ‘activiteiten theorie’. Eigenlijk komt het erop neer dat de ouderdom wordt ‘bestreden’ door zo lang mogelijk actief te blijven. Door te doen wat je nog kunt, maar eigenlijk gaat het nog verder: jezelf opnieuw blijven uitvinden, inclusief betekenisvolle maatschappelijke rollen. Een poster van Loesje vat het mooi samen: ‘Actieve ouderen zitten niet achter de geraniums, die beginnen een kwekerij’.
Ouderdom als continuüm
En dan zijn er nog twee perspectieven die ouderdom niet zozeer in ‘breuklijnen’ definiëren zoals bovenstaande perspectieven, maar die ouderdom zien als een continuüm. Wanneer je de levensloop benadert als ontwikkelopgave, is het evident dat bewust bezig zijn met de betekenis van oud worden (en oud zijn) hier een nadrukkelijk onderdeel van is. Bijna haaks daarop staat de benadering waarbij ouder worden wordt ontkent: het maskeren van het ouder worden. Ook dit perspectief biedt een doorkijkje in de manier waarop zingeving op oudere leeftijd vorm kan krijgen. Waarschijnlijk als grote worsteling.
Beeldvorming
De beeldvorming in Nederland over oud worden en oud zijn blijft lastig. Onderzoek toont aan dat dertig procent van de Nederlanders zegt ‘bij de dag te leven’ en niet of nauwelijks over ouder worden na denkt/wil denken. Zeven procent is echt bang om oud te worden. Het ‘Zwiterlevengevoel’, de vitale ’hoera-oudere’ als nieuwe, rijke doelgroep, zijn beelden (en bekentenissen) die het goed doen.
Zingeving
Als je werkt in het sociaal domein, is het belangrijk dat je niet hoort bij deze dertig of zeven procent. Ons werk vraagt reflectie, bewustwording, mening en visie, ook op ‘ouder worden’. Je hoort je af te vragen waarom je het belangrijk vindt dat iemand in de wijk zicht niet terugtrekt maar actief blijft. Waar komt dat vandaan? Wat zijn jouw beelden, verwachtingen, ideeën? Wat is jouw norm? Hoe kijk jij in de spiegel? En wat betekent dit voor de mensen met wie jij werkt? Zinvol dus om na te denken over jouw betekenisverlening en zingeving als het gaat om ouder worden en oud zijn.