‘Roze ouderen’ worden niet anders oud dan andere ouderen. Wel heeft deze groep met een aantal bijzonderheden te maken, omdat zij anders in het leven staan. Bijzonderheden waar hulpverleners van op de hoogte moeten zijn. In Nederland valt ongeveer acht procent van de bevolking onder de LHBTI (Lesbo Homo Biseskueel Transgender of Intersekse) groep. In Nederland zijn ongeveer 150.000 roze ouderen. 38.000 van hen zijn boven de 80 jaar. Dit betekent dat er in Nederland gemiddeld vijf LHBTI-ouderen wonen per vierkante kilometer.
Dubbelleven
Niet zozeer de leeftijd, maar vooral de historische periode waarin je als homoseksueel ouder wordt, heeft invloed op de manier waarop de persoonlijke homoseksuele identiteit vormgegeven wordt. Niet zelden hebben oudere LHBTI-ers in hun puberteit en de periode daarna een dubbelleven geleid. Of is er sprake van ‘laatbloeiers’. De eerste generatie die openlijk homoseksueel is geweest, is nu oud aan het worden. Dat zorgt voor de nodige specifieke aandacht voor deze groep ouderen. Een aantal thema’s die spelen even kort uitgelicht:
- Alleenstaande roze ouderen vormen een risicogroep voor vereenzaming. Vaak beschikken zie niet over een toereikend netwerk. Het ontbreken van kinderen en niet zelden een ingewikkelde ‘comming out’ maakt het aantal familierelaties in het netwerk soms kleiner.
- Maatschappelijke participatie: binnen de doelgroep zelf is er discussie over de vraag in hoeverre specifieke initiatieven voor roze ouderen wel of niet wenselijk zijn. Er is in ieder geval wel belangstelling voor ‘activiteiten in eigen kring’.
- Veel oudere LHBT-ers staan sceptisch tegevover de zorg die hen jarenlang heeft gestigmatiseerd, gediscrimineerd en gepathologiseerd. Het gevaar is dan ook dat deze groep ouderen niet voldoende zorg krijgt en er niet op tijd hulp gezocht wordt voor problemen.
- Verzoringsinstellingen: er zijn een aantal zorginstellingen met een ‘roze loper’. En er wordt veel meer ingezet op bewustwording en homovriendelijk beleid binnen ‘gewone’, breed georienterede zorginstellingen.
- Voor veel LHBT ouderen is hun eigen homoseksualiteit en daarvoor uitkomen een lastig issue. Velen hebben hun gevoelens hun hele leven verborgen, wat hun isolement op hoge leeftijd vergroot.
- Minderheidsstress: de kans op discriminatie, de noodzaak tot het verhullen van seksuele oriëntatie en het risico op fysiek geweld, leidt tot stress. Het zijn specifieke stressoren waarmee LHBT-ers vaker te maken krijgen dan hetero’s omdat ze onderdeel zijn van een gestigmatiseerde minderheidsgroep. Ook andere minderheden hebben te maken met minoritystress. Er zijn echter verschillen. Hun familie maakt ook deel uit van de minderheidsgroep, waardoor zij meer steun ontvangen. Ten tweede zijn andere minderheden zichtbaarder in de maatschappij. Zij kunnen elkaar bijvoorbeeld herkennen en ontmoeten.
Tips
Een aantal tips voor hulpverleners:
- Vraag altijd op neutrale wijze naar iemands relatie of partner. Vraag niet: ‘Bent u getrouwd (geweest)?’, maar: ‘wie is/was uw partner?’ of ‘wie is de belangrijkste persoon in uw leven?’
- Vraag bij de intake bij iedereen naar diens seksuele oriëntatie.
- Durf seksualiteit, relatievorming en seksuele voorkeur bespreekbaar te maken.
- Ga discreet, vertrouwelijk en respectvol om met informatie over roze ouderen: sommigen zien hun geaardheid als een privézaak. Niet alles hoeft in een dossier of zorgleefplan te staan.
- Let op signalen van homofobie of homonegatief gedrag en schakel indien nodig experts in.
Kijk jij ook door een Roze bril? En wat zie je dan…? Meer weten? Kijk op de website van Movisie in het kennisdossier LHBTI.