De vorige keer blogde Magteld over het taboe in de hulpverlening rondom seks >>
Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau komen negen risicofactoren naar voren die deze kwetsbaarheid vatten. Het zijn voor u vast herkenbare items: slechte gezondheid, een geringe mate van psychisch welbevinden, een laag inkomen, in een éénoudergezin leven, werkeloosheid in de afgelopen vijf jaar, leven in een huishouden met een uitkering of zonder werk, van niet-westerse afkomst zijn en het Nederlands slecht beheersen. Hoe langer deze ongunstige factoren aanhouden en hoe groter de persoonlijke kwetsing, hoe kleiner de kans dat mensen op eigen kracht de aansluiting weer weten te vinden.
Problemen
Kwetsbaarheid gaat over een opeenstapeling van ervaren problemen. Onderzoek naar kwetsbaarheid maakt onderscheid in drie onderdelen waarin mensen kwetsbaar kunnen zijn: fysiek, psychisch en sociaal. Uitgaande van een brede definitie van kwetsbaarheid zijn er naar schatting ruim 750.000 kwetsbare personen van vijfenzestig jaar en ouder. Een kwart van de zelfstandig wonende 65-plussers in Nederland is kwetsbaar. In verzorgingstehuizen is driekwart van de 65-plussers kwetsbaar. In verpleeghuizen is bijna elke bewoner kwetsbaar.
Kwaliteit van leven
Ouderen denken en praten niet over zichzelf in termen van kwetsbaarheid. Hun aandacht gaat vooral uit naar de kwaliteit van het leven. Zij vragen zich bijvoorbeeld af ‘wat is belangrijk’, ‘waar hecht ik aan’ en ‘wat geeft zin aan mijn leven.’ Kwetsbaarheid is dus een term waar ouderen zelf niet mee komen.
Kwetsbaarheidsmeter
De term wordt wel gebruikt door beleidsmakers en hulpverleners. Er zijn ‘kwetsbaarheidsmeters’ ontwikkeld en ‘participatie-ladders’, die ondersteunend zijn bij het vaststellen of en hoe kwetsbaar iemand is. Het definiëren van kwetsbaarheid is vooral een hulpmiddel voor de beleidsmakers en hulpverleners om een hulpvraag op te sporen en te zorgen voor een passend aanbod. Grappig is natuurlijk dat we constateren dat ‘de oudere burger’ niet zo makkelijk zelf een vraag formuleert rond zijn kwetsbare positie, omdat hij of zij niet op deze manier naar zichzelf kijkt.
Zelfwerkzaamheid
Van Ewijk maakt een mooie analyse van de complexiteit van onze samenleving, die het steeds moeilijker maakt voor burgers om deel te blijven nemen, om de samenleving te begrijpen, er grip op te hebben en erin te kunnen participeren. Van Ewijk benoemd de kwestie van de zelfwerkzaamheid (dat een ander accent legt dan zelfredzaamheid) als de mogelijke kern van de sociale problemen die mensen ervaren in ons land. Hij benoemt zelfwerkzaamheid als het vermogen om jezelf ter hand te nemen, om in te kunnen grijpen in de wereld om je heen, het gevoel dat je iets kunt en van waarde bent. Het is niet moeilijk om te bedenken dat ouder wordende mensen binnen onze samenleving moeite hebben om alle ontwikkelingen te volgen, laat staan daar volledig binnen te participeren.
Balans
In onze samenleving gaat het erom dat je je als ouder wordend mens voortdurend kunt positioneren, profileren en verbinden. Dat je een balans weet te vinden tussen adaptatie en accommodatie. Daarmee duidend op het gevoel dat de wereld om je heen enige samenhang heeft, dat je daar zelf kunt ingrijpen en dat je daar zelf ook een waarde binnen hebt en zelf richting kunt geven aan je eigen leven. Dat valt mensen vaak zwaar.
Zelfredzaam
De vraag die bij kwetsbare ouderen centraal staat is of zij een hulpvraag hebben, zeker wanneer zij zichzelf niet definiëren als kwetsbaar. Moeten ze worden ‘opgespoord’? En door wie dan? Of gaan we er vanuit dat ‘geen bericht goed bericht’ is en dat deze ouderen niet gevonden hoeven te worden, omdat ze kennelijk zelfredzaam zijn?