De vorige keer vroeg Merel zich af: moet je kinderen uit IS-gebied scheiden van hun moeder? >>
Voordat ze scheidden, zorgde zij vooral voor de kinderen. In het weekend zat hij achter zijn laptop of was sporten. Zij werkte ook vier dagen, maar de avond voor zijn zorgdag kookte ze alvast. Hoefde ze het na haar werk alleen op te warmen. Vaak kwam ze die middag eerder thuis– kon hij nog even verder werken.
Verbeten strijd
Dus op het moment dat hun huwelijk niet bestendig blijkt, meent zij dat het klip en klaar is. De kinderen (9 en 11 jaar) blijven het merendeel van de tijd bij haar. Maar dat is niet zijn plan. En zo mogen ze zich opeens rekenen tot de ouders die in een vechtscheiding belanden. En behoren hun kinderen tot de twintig procent van de 70.000 Nederlandse kinderen van scheidende ouders die verbeten hun eigen strijd voeren over de verdeling van geld, goederen, alimentatie en de zorg van de kinderen.
Allebei gelijk
Echt inzicht in een (voormalige) relatie en opvoedsituatie krijg je als buitenstaander nooit, vind ik. Dus of het beter is dat zij het merendeel van de opvoeding op zich neemt? Ik durf er geen oordeel over te vellen. Maar één ding valt me op. Allebei denken ze dat ze in het belang van de kinderen op elkaars voorstellen reageren. Ik geloof dat ze daarvan oprecht overtuigd zijn. Ze zullen zelfs allebei een beetje gelijk hebben.
Wat willen de kinderen zo lang ze nog thuis wonen?
Toch vergeten beiden iets. Wat willen de kinderen eigenlijk? Heeft iemand – niet mama of papa, want dan veroorzaak je loyaliteitsproblemen – wel eens gevraagd waarnaar zij verlangen, de acht, negen jaar dat ze nog thuis wonen? Nog niet. En deze kinderen zijn niet de enigen aan wie niets wordt gevraagd.
Beschamende conclusies
Dat het niet vanzelfsprekend is om kinderen te betrekken bij beslissingen over waar en bij wie zij opgroeien, strookt met gloednieuw onderzoek. Ganna van Bijleveld onderzocht 50.000 kinderen die gedwongen jeugdhulp ontvangen, zoals een ondertoezichtstelling (beperking van het ouderlijk gezag), voogdijmaatregel (als anderen dan ouders het gezag krijgen) of jeugdreclasseringsuitspraak. Met de eerste twee maatregelen kunnen kinderen van gescheiden ouders te maken krijgen als de rechter daartoe besluit. Uit haar onderzoek naar kinderparticipatie in de jeugdzorg zijn twee beschamende conclusies te trekken.
Kinderparticipatie
Professionals weten eigenlijk niet wat kinderparticipatie inhoudt. Is informeren genoeg, moet je naar hun mening vragen of kinderen echt mee laten beslissen? Een andere in het oog springende constatering is dat kinderen te weinig worden betrokken bij besluiten over waar en hoe ze opgroeien, en hoe het contact met hun ouders is.
Belast je kinderen als je ze betrekt?
Wettelijk gezien moeten kinderen vanaf twaalf jaar worden gehoord in jeugdbeschermingsmaatregelen. Ze moeten worden geïnformeerd en er moet met ze worden gesproken. Maar professionals vinden het lastig dit in de praktijk te brengen. Gezinsmanagers noemen kinderen kwetsbaar en vragen zich af: als je ze betrekt, belast je hen dan ook?
Gesprek kapen
Als ze kinderen al om hun mening vragen, is dat in nabijheid van ouders of andere volwassenen. We weten allemaal dat volwassenen graag het gesprek kapen en verbaal sterker zijn – dat schiet dus niet op als je echt wilt weten wat zij willen.
Controle hebben
Kinderen zelf willen vooral gehoord worden, ziet Van Bijleveld. Al vanaf jonge (zesjarige) leeftijd. Anders verliezen ze vanaf hun dertiende het vertrouwen dat er überhaupt naar hen wordt geluisterd, vanwege hun negatieve ervaringen tot dan toe. Het is treurig dat het zo slecht is gesteld met kinderparticipatie. Kinderen naar hun ideeën vragen leidt namelijk tot meer zelfvertrouwen en het gevoel controle te hebben – en dat is een groot goed in onzekere tijden als bijvoorbeeld een scheiding.
Automatisch en altijd
Daarom pleit ik ervoor om de kindercurator altijd in te zetten bij complexe scheidingen. Deze bijzondere curator bemiddelt en kijkt naar belangenconflicten tussen het kind en de ouders of de voogd. Wacht niet tot kinderen daar zelf mee komen (dat kan: vanaf twaalf jaar en ouder kunnen zij zelf een formeel verzoek indienen; jongere kinderen mogen een briefje of mail schrijven – hoewel de rechter op zo’n informeel verzoek niet hoeft in te gaan). Zorg ervoor dat de stem van kinderen automatisch, altijd meetelt, en door een onafhankelijk persoon wordt gehoord.
Hun jeugd
Als de mening van een kind serieus wordt genomen en er echt toe doet, dan zouden kinderen hun scheidende ouders en juridische of jeugdzorgprofessionals nog wel eens kunnen verrassen met verstandige voorstellen. Zelfs een kind jonger dan twaalf jaar. En dat is nodig. Want uiteindelijk is het hun jeugd. Daar moeten ze nog hun hele leven op voort.